Onafhankelijkheid en vrijheid – maar tegen welke prijs?

In 1890 werd het huidige Namibië een kolonie van Duitsland. Duits Zuid-West Afrika bleef tot 1915 onder die naam bestaan, tot Duitsland in de Eerste Wereldoorlog de koloniale administratie moest overdragen aan de League of Nations. Laatstgenoemde gaf Zuid Afrika het mandaat om het land te besturen, met desastreuze gevolgen. Toen de League of Nations na de Tweede Wereldoorlog door de Verenigde Naties werd vervangen, weigerde Zuid Afrika het eerder verkregen mandaat over Namibië op te geven. In 1948 won de door Afrikaners geleidde nationale partij terrein in Namibië en als gevolg werd begin 1950 apartheid ingevoerd. Ondanks internationale tegenstand, bleef het land lang onder Zuid Afrikaans bestuur. In 1960 werd de ‘South West African People’s Organization’ (SWAPO) opgericht, en de organisatie begon een lange strijd tegen het regerende Zuid Afrika. Hoewel de VN officieel het mandaat van Zuid Afrika in 1966 introk en het Internationaal Gerechtshof in 1971 verklaarde dat de aanwezigheid van Zuid Afrika in Namibië illegaal was, bleef de situatie tot 1978 nog steeds onveranderd. Canada, Frankrijk, West Duitsland, Groot Brittannië en de Verenigde Staten besloten toen middels een resolutie in de veiligheidsraad in te grijpen en eisten officiële verkiezingen. Maar ondanks instemming installeerde Zuid Afrika een paar maanden later toch weer een eigen regering. De VS werd aangewezen als conflictbemiddelaar, maar werd door de Koude Oorlog afgeleid. De Afrikaanse landen werden gebruikt voor het politieke spel dat zich tussen de VS en de Sovjet Unie afspeelde, en dus bleef Namibië nog eens tien jaar onderdrukt door Zuid Afrika. Pas in 1990, na een hevige en lange strijd van SWAPO, werd Namibië een onafhankelijk land en werd er een eigen grondwet aangenomen.

Nu, ruim 20 jaar later, bestaat de regering nog altijd voor een overweldigende meerderheid uit SWAPO strijders, en is er van een oppositie nauwelijks te spreken. Afgelopen weekend sprak ik een 25-jarige vriend hier die uit Noorden komt, daar waar de SWAPO strijd begon. “Even though SWAPO is not improving much in this country, I will always vote for them and remain loyal. Because they have given us the greatest gift of all: freedom”, vertelde hij mij.

Vandaag kreeg ik het verslag van de special rapporteur van de VN onder ogen. De ongelijkheid in Namibië is nog steeds schrikbarend (nummer 3 van de wereld, na Seychelles en de Comoren) en is in de afgelopen 20 jaar nauwelijks verbeterd. Nog steeds leeft ruim 62% van de mensen van minder dan 2 dollar per dag. Vooral vrouwen in Namibië hebben het moeilijk – met heel hoge cijfers van huiselijk geweld en verkrachting en een hoog armoede percentage. In rurale gebieden is bijna 30% van de mensen werkeloos. Namibië staat in de top 5 van landen waar mensen overlijden aan HIV.

Als je rondloopt in Windhoek, kan Namibië een bedrieglijk kalm beeld schetsen. De stad is schoon, overal liggen verharde wegen en de kantoren zien er goed uit. Maar als je spreekt met oudere generaties, hoor je dat het zo 20 jaar geleden precies zo was. Er is niets veranderd, niet ten goede ten minste. Bovendien wordt bijna alles gerund door blanken of chinezen. SWAPO aanhangers kunnen nog wel redelijk werk vinden, maar een groot deel van de rest van het land geniet niet mee van de welvarendheid die het land wel degelijk heeft. Want qua nationaal bruto product staat Namibië wereldwijd op plek 84 van de 185 landen, wat betekent dat de armoede gemiddeld niet extreem hoog is.

Hoewel er na 20 jaar dus geen zichtbare verbetering is, won ook in de verkiezingen van 2009 SWAPO met een overweldigende meerderheid met ruim 75% van de stemmen. Pas afgelopen juli, na ruim 20 jaar, hield deze partij voor het eerst ooit een partijcongres, en werd er gepraat over datgene wat de partij eigenlijk doet. Voor 99% verdient SWAPO de stemmen puur en alleen door de onafhankelijkheidsstrijd, en rekent niemand ze af op het besturen van het land. Nog steeds worden alle belangrijke posten bezet door soldaten die iets belangrijks hebben gedaan tijdens de onafhankelijkheidsstrijd. Hoewel deze mensen zeker (in sommige gevallen) geprezen mogen worden, betekent hun aandeel als soldaat niet dat ze goede bestuurders van het land zijn. Je zou verwachten dat na 20 jaar de oppositie sterke argumenten zou hebben om het publiek te overtuigen van op z’n minst een kritische houding tegenover SWAPO. Maar onafhankelijkheid is al het grootste geschenk wat het land heeft kunnen krijgen. Kritiek of een stem op een andere partij is voor een groot deel van de Namibische bevolking ondenkbaar.

Wanneer deze situatie gaat veranderen weet niemand. Sommigen zeggen dat Namibië gewoon nog moet wennen aan wat een democratie inhoudt. Sommigen vestigen hun hoop op de ‘free born’, de kinderen geboren na onafhankelijkheid. Sommigen zeggen dat het een kwestie is van wachten tot de soldaten en strijders gepensioneerd of overleden zijn.

Onafhankelijkheid en vrijheid mag misschien het grootste goed zijn – maar tegen welke prijs?

This entry was posted in Uncategorized. Bookmark the permalink.

4 Responses to Onafhankelijkheid en vrijheid – maar tegen welke prijs?

  1. Tiny P. says:

    Interessant verslag, Eline. Ik denk dat 20 jaar democratie toch nog wel aan de korte kant is om duidelijk te krijgen wat er van de burger verwacht wordt. Hartelijke groet.

  2. Mike S says:

    I think the best description is … it’s complicated. What you have is a group of people (SWAPO) who essentially have little to no formal training or experience and exploit their position for personal gain. Until the population tires of being exploited by their peers nothing will change.
    To say that whites and Chinese run everything is a bit unfair. White economic power comes through better access to education as well as hard work, Chinese economic power, is in my opinion, the far more insidious threat to modern Africa as a whole. Money and weapons are provided to African governments with few to no conditions, unlike Western loans, and this has been grabbed at by many of the undemocratic, corrupt, and cruel governments we have out here. What the Chinese government get is access to raw materials, relaxed import controls on goods, and preferential/exclusive rights on many government contracts, and from what I am hearing much of the supposed Chinese investment leads to very little real improvement or job creation for the local people. At some point down the line our people and leaders will realise that they have been taken for a ride by China, let’s just hope it’s not too late.

    • Oh Mike, I completely agree with you. I am not saying that it is in a fair way that Chinese people get access to the African market, on the contrary. I have talked to quite some people from Namibia who indeed feel exactly what you are saying: that the biggest chunk of the wealth and resources of this country go to a few who have unfairly easy access to the market and take all the benefits from the economic growth.

      p.s. good job on reading the Dutch :D!

Leave a comment