“Sometimes we t…

“Sometimes we take some blood from the mother cow and the alleged calf and send it for a DNA test to see if the animals are related”

Some of the quotes I come across now that I’m typing up my research notes just leave me wondering..

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Ovamboland & miniskirts

Hoewel ik sinds vandaag weer terug in Nederland ben had ik nog een blog geschreven over mijn laatste onderzoekstrip die ik toch nog even wil plaatsen.

Het laatste gedeelte van mijn onderzoek heb ik een week geleden afgerond en vond plaats in Ovamboland, de noordelijke regio van Namibie waar de grootste groep, de Ovambo’s, leven. Meer dan de helft van de bevolking van Namibië woont hier.

De afgelopen 2,5 week heb ik mijn Harry Potter tent verruild voor een guesthouse in Oshakati tussen de planten en fruitbomen (elke ochtend verse guava!). Accommodatie was helaas erg duur maar dat mocht de pret natuurlijk niet drukken. Want Oshakati en Ongwediva, die praktisch tegen elkaar aan liggen, zijn bruisend! Niet zoals Opuwo en Katima, nee, hier wonen veel mensen en er zijn dingen te doen. Winkelcentra, bars, clubs, een openbaar zwembad, internetcafes, je kunt het er allemaal vinden! En ook jonge mensen. Omdat SWAPO, de grote meerderheidspartij die voor de onafhankelijkheid van Namibie heeft gestreden, vooral uit deze regio stamt en veel prominente partijleden hier vandaan komen, heeft deze regio in Namibie het vrij goed. Hier gaat veel geld naartoe en dat is te merken. De gebouwen zijn mooier, de scholen zijn beter, veel grote organisaties zitten hier of hebben een dependance (waaronder de University of Namibia) en er is daardoor ook meer werkgelegenheid dan in de rest van het land. Al vrij snel leerde ik hier een leuke groep gezellige jonge mensen kennen wat mijn verblijf natuurlijk een stuk aangenamer heeft gemaakt.

Mijn vertaler Einelich had Janine – mijn begeleider in Nederland – ook geholpen met haar promotieonderzoek, en daardoor wist hij al veel mensen te vinden voor interviews. De eerste dag gingen we op weg naar de head office van Uukwambi Traditional Authority, zo’n 10 minuten met de taxi vanaf Oshakati. Een vrij groot gebouw waar de chief in zijn grote kamer met chillstoelen en paarse kleedjes zat, en daaromheen onder andere de rechtszaal, het secretariaat en andere mensen die voor de chief werken. Nog meer dan in Opuwo en Katima is de chief echt een soort van de koning, en met zijn dikke buik en grote hoed zag hij er ook wel een beetje zo uit ;). De secretaris waarmee we spraken om toestemming voor mijn onderzoek te vragen bleek in Engeland te hebben gestudeerd en in Nederland te zijn geweest. Hij vroeg specifiek of ik Tilburg ook kende, want dat vond hij toch wel de leukste stad. HA!

Toestemming kregen we gelukkig en dus konden we na een officiële kennismaking met de chief weer weg. De volgende dag bezochten we een district court, dus een level lager dan de rechtbank bij de chief, waarover ik in een vorige blog al heb geschreven. De rest van de dagen deed ik vooral veel interviews: we bezochten een aantal dorpen, waaronder die van de opa van Einelich en van wat mensen die we tijdens de rechtszaak ontmoet hadden. Terwijl we met verschillende mensen praatten wilde iedereen me elke dag Ushikundu laten proeven, de traditionele drank gemaakt van de Mahango plant, een graansoort. Ushikundu ziet er niet echt heel lekker uit als je het mij vraagt (een beetje geel en drabberig) en eigenlijk smaakt het ook niet geweldig haha, maar er zitten heel veel voedingsstoffen in en het is daarom een goede en goedkope voedingsbron voor veel mensen.

Leven in een dorp

Een dorp doemt meestal uit het niets op nadat je tien minuten vanaf de weg door het zand heen bent gelopen. De meeste dorpen zijn heel uitgestrekt en een verzameling van huizen. Je vindt hier rieten kleine hutjes, maar een ‘huis’ is eigenlijk een verzameling van die hutjes die afgeschermd zijn met een grote soort ‘heg’ van bamboe stengels. Een huis is voor de hele familie en iedereen heeft dus eigen hutjes etc. De hele familie maakt samen ook het huis, met hout, klei, riet en bamboe. Daken worden gevlochten, de schutting wordt aan elkaar vast gemaakt, er zijn hutten waar al het voedsel in bewaard worden en de rijkeren in het dorp hebben een stenen huisje op hun grond. Verder heeft in elk dorp bijna ieder huis een eigen stukje grond waar ze wat op verbouwen en waar het vee verblijft. 1 of 2 families hebben electriciteit, er is op veel plekken tegenwoordig lopend water. Verder is er in een dorp een shebeen, de lokale ontmoetings/drinkplek.

2013-02-28_175609

Het is moeilijk voor te stellen hoe anders het leven van de meeste mensen in de dorpen is, maar ik voel me bevoorrecht dat ik door middel van mijn onderzoek een kijkje heb kunnen nemen. Mijn vertaler, die nu 30 is, vertelde me bijvoorbeeld dat hij na school 2 jaar terug gegaan was naar zijn dorp. Zowel de basis- als middelbare school wordt door de meeste kinderen gevolgd buiten de plek waar de ouders wonen – ze reizen soms honderden kilometers om een school te kunnen vinden. De rijkeren naar de plekken waar de betere scholen zitten, en de armere kinderen juist naar de plekken waar minder dure scholen zitten. Elke school heeft haar eigen hostel waar de leerlingen verblijven. Daardoor verhuizen veel kinderen al als ze 8 zijn en wonen ze dan niet meer bij hun ouders. Enfin, Einelich, mijn vertaler, verhuisde dus op zijn 18e terug naar het dorp van zijn opa, omdat hij nog even geen zin had om te gaan studeren. Toen ik me probeerde voor te stellen wat hij daar dan deed, was het antwoord letterlijk: niets. Want er is niets te doen. Oshakati ligt op 40 km afstand dus als je een lift bent kun je af en toe naar de stad, en verder help je een of twee keer per dag met de dieren en tijdens de oogsttijd natuurlijk met oogsten. En je luistert naar de radio. De radio is een van de belangrijkste mediums in Namibië – iedere groep heeft een eigen radiostation en zelfs als er iets in een dorp gaat gebeuren wordt dat op de radio aangekondigd.

Meme Johana

Zonder meer een van de meest bijzondere personen die ik tijdens mijn onderzoek heb ontmoet is meme Johana. Janine had haar ook vaak gesproken en mij op het hart gedrukt dat ik vooral bij haar langs moest gaan. Meme Johana is een vrouw van boven de 70 en is de ‘women’s representative’. Ze komt op voor de rechten van de vrouwen in de dorpen. Met haar traditionele jurk en een zonnebril waarvan een glas miste en een oorbel in haar oor ziet ze er een beetje uit als een piraat. Ze is op de hoogte van alles wat er speelt in het dorp en niet bang om kritiek te uiten. De eerste keer troonde ze me al mee door het hele dorp heen om de familie te ontmoeten en mocht ik haar lange tijd interviewen over alles wat er speelde. Ze vertelde honderduit over haar dochter die met een Rus genaamd Wolf getrouwd was en dat de moeder van Wolf haar was komen opzoeken. We moesten beloven dat we voor mijn vertrek nog terug zouden komen en dus betrad ik met fruit en een nieuwe zonnebril in de aanslag haar huis een week later nog een keer, waar haar kleinkinderen eerst bang voor me waren maar vooral toch heel nieuwsgierig en haar dochter me de traditionele kleding showde. Meme Johana maakte traditionele kip met pap (smaakt naar niks met zandkorreltjes) voor ons klaar, overtuigde me dat ik perse twee handgemaakte houten kommen mee naar huis moest nemen (maar ik heb toch helemaal geen nieuwe kleren hier gekocht dus dat past natuurlijk makkelijk in mijn koffer) en maakte me een prachtige traditionele ketting. Ten slotte werd ik – met ketting dit keer – in het dorp nogmaals aan iedereen voorgesteld, dit keer als meme Johana’s white daughter. Ze wilde vooral iedereen vertellen dat er dus niet alleen moeders zijn die hun kinderen naar Europa sturen, maar dat er ook moeders in Europa zijn die hun kinderen naar Afrika sturen!

2013-02-28_180252 2013-02-28_180544

Al met al heb ik ook tijdens mijn laatste onderzoekstrip weer hele mooie dingen meegemaakt, veel informatie verzameld en Namibie nog wat beter leren kennen.

Windhoek

Alle mooie avonturen ten spijt, het was toch ook wel weer heerlijk om weer terug te zijn in Windhoek na ruim vijf weken! Leuk om weer een eigen kamer te hebben, vrienden te ontmoeten, lekker te eten (vijf weken met alleen een magnetron gaat best vervelen kan ik je vertellen) en te stappen. De dag nadat ik aankwam hadden we ook nog eens een heus 20-jarig bestaan van de gender department van LAC te vieren, waarbij het thema minirokjes was. Afgelopen week stond de chief police officer van Rundu namelijk op de voorpagina van the Namibian. In Rundu waren 60 meisjes gearresteerd omdat ze minirokjes droegen. Allereerst zei deze gezellige politieman dat als meisjes verkracht worden wanneer ze minirokjes dragen dat ook wel een beetje hun eigen schuld is. Verder passen minirokjes niet in de cultuur en traditie van Afrika/Namibie. Deze uitspraken konden gelukkig op veel woedende reacties rekenen, en vrijdag was er zelfs een heuse minirokjes demonstratie/flashmob. Een middagje door de krant bladeren levert trouwens wel meer interessante informatie op: in diezelfde krant was de vraag die aan jongeren gesteld was deze week ‘is het ok dat een man met meerdere vrouwen mag trouwen?’ De helft van de jongeren – opmerkelijk genoeg alleen meisjes – vonden dat dat wel moest kunnen. In Namibië zijn immers meer mannen dan vrouwen, het past (daar is ie weer) in de Afrikaanse cultuur, etc. Zo zie je toch maar weer dat er ook een hoop dingen hier anders zijn haha.

lac miniskirts

Nu ben ik weer in Nederland, en hoewel ik er ‘maar’ vijf maanden ben geweest heb ik het gevoel dat ik veel van Namibië heb gezien – de steden, de dorpen, verschillende culturen, de toeristische delen, de natuur..Ik heb echt een geweldige tijd gehad, me soms eenzaam gevoeld, soms kon ik gewoon niet begrijpen wat er gebeurde of hoe mensen leefden, maar ik heb heel veel geleerd en heel veel lol gehad en had deze ervaring voor geen goud willen missen.

It was a hell of a ride!

Liefs,

Eline

p.s. Als jullie dachten dat jullie nu van mijn verhalen af zijn heb je het mis. Af en toe zal ik voor de geïnteresseerden ook over mijn scriptie vorderingen/frustraties berichten 😉

Ovamboland & miniskirts – English version

Although I arrived back in the Netherlands today I did write a blog about my last research adventures that I still want to share with you guys 🙂

I completed the last part of my research last week and it took place in Ovamboland, the north region of Namibia where the biggest group, the Ovambo’s, live. More than half of Namibians citizens live here.

The past 2,5 weeks I exchanged my Harry Potter tent for a guesthouse in Oshakati between the plants and fruittrees (fresh guava every morning). Accommodation was unfortunately quite expensive but I still had a lot of fun! Because Oshakati and Ongwediva (they basically are the same city) are alive! Not like Opuwo or Katima, no, there are lots of people and there are things to do! Shopping centres, bars, clubs, a public pool, internetcafes, you can find it all there! And also young people. I got to know a fun group of people which made my stay a lot nicer of course 🙂

My translator Einelich also helped Janine – my thesis advisor in the Netherlands – with her PhD research, and therefore he already knew a lot of people that I could interview. The first day we went to the head office of the Uukwambi Traditional Authority, 10 minutes with the taxi from Oshakati. The building was quite big and the chief had a huge nice room with chill chairs and purple table cloths, and besides that the building included the courtroom, the secretary and other people that work for the traditional authority. Even more than in Opuwo and Katima the chief in Ovamboland is a sort of king (and with his big belly and hat and traditional clothes he also looked a bit like that 😉 ). The secretary that we spoke with to ask permission for my research happened to have studied in the UK and had also been to the Netherlands. He even asked me about Tilburg (my hometown) because he thought that was the coolest city, haha.

We got permission fortuantely and after an official meeting with the chief we left. The next day we visited a district court, one level lower than the court at the chief’s office, about which I already wrote a blog before. The rest of my days I spend doing lots of interviews. We visited a couple of villages, like the one that Einelich’s granddad lives and also the villages of people we met during the courtcase. While we talked to different people every day they always wanted me to try Ushikundu, the traditional drink made from the Mahangoplant. Ushikundu does not look that nice if you ask me (a bit yellowish with pieces in there) and it doesn’t taste awesome either haha, but it has lots of nutrients so when you drink a couple of glasses you dont need to eat for the rest of the day – which comes in handy in those villages of course.

Living in a village

A village usually shows up in the middle of nowhere after walking over a sand road for ten minutes. Most villages are quite big (as in, wide) and are a collection of different houses. The houses consist of a collection of small huts, and around those huts is a fence made out of bamboo. One house is made for the whole family and every part in the family has their own hut. The entire family also builds the house with wood, clay, straw and bamboo. Almost all houses have their own piece of land where they cultivate some things and where the cattle stays. 1 or 2 families have electricity, there are lots of places that have running water. Besides that every village has a shebeen, the local place to meet/drink.   2013-02-28_175609

It is hard to imagine how different people in those villages live, but I feel privileged that I got a chance to really have a look through my research. My translator, who is now 30, for example told me that he went to live in the village for 2 years after he finished high school. Here, most children go to a different city for their primary and high school education – they sometimes travel hundreds of kilometers to find a school. The richer people travel to the places where the better schools are located, often the poorer people travel to those schools that are less expensive. Every school as its own hostel where the students stay. The children therefore move usually when they are 8 and don’t live with their parents anymore. Anyway, Einelich my translator, moved back to the village when he was 18 because he didnt feel like studying yet. When I tried to imagine what he did in those two years, the answer was literally: nothing. Because there is nothing to do..Oshakati, the nearest big city, is 40 km from the village so when you get a hike you might be able to go there once in a while. Next to that you help once or twice a da with the animals and during harvest time you obviously help as well. And you listen to the radio. The radio is one of the most important media in Namibia – every cultural group has its own radiostation and even when something happen at the village level it will be announced at the radio.

Meme Johana

Without doubt one of the most important persons that I met during my research is meme Johana. Janine talked to her a lot and she told me I really had to go visit her. Meme Johana is a woman aged 70+ and is the women’s representative of the villages around. She stands up for the rights of women in the villages. With her traditional dress and sunglasses where one glass is missing she looks a bit like a pirate. She knows about everything that is going on in the village and is not scared to critique what is going on. The first time I visited she already showed me her whole village and I had to meet her whole family. I also interviewed her for my research for a long time. She told me about her daughter who married a russian guy called Wolf and that Wolf’s mom came to visit her. We also had to promise that I would visit her again before I left Oshakati so a week later I came to her house again with lots of fruit and new sunglasses. Her grandchildren were first scared of me but mostly very curious and her daugther showed me all the traditional clothes through a sort of fashionshow. Meme Johana made me traditional chicken with ‘pap’ (porridge), convinced me to take two handmade bowls (but I didn’t buy any new clothes her anyway so of course that easily fits in my suitcase..) and she made me a beautiful traditional Ovambo necklace. Finally I had to say hi to everyone in the village again – with necklace of course – this time I was introduced as meme Johana’s white daughter. She also wanted to tell everyone how funny it was that there are not only mothers that sent their children to Europe – but also moms who send their children to Africa!

2013-02-28_1802522013-02-28_180544

All in all my last research trip was also awesome – I saw lots of cool things, I collected lots of information and I got to know Namibia a little bit better.

Windhoek

Even though I had lots of awesome adventures, it was also great to get back to Windhoek after 5 weeks! It was good to have my own room again, to see friends, to eat some good food (five weeks with only a microwave does get boring I can tell you) and to go out and dance. The day after I got back we also had a party because the gender department of LAC existed for 20 years – with a miniskirt theme. That’s because last week the chief police officer in Rundu was quoted on the front page of the Namibian (newspaper). In Rundu 60 girls were arrested because they were wearing miniskirts. First of all the police officer said that when girls get raped while wearing miniskirts it is their own fault. Secondly he argued that miniskirts do not fit in the culture and tradition of Africa/Namibia. These statements fortunately resulted in lots of disagreement and on friday there was even a miniskirts flashmob/demonstration.

lac miniskirts

Now I got back to the Netherlands, and even though I have ‘only’ been there for five months I do have the feeling that I saw a lot of Namibia – the cities, the villages, different cultures, the touristy parts, the nature..I had an amazing time, I felt lonely sometimes, I sometimes had a hard time understanding what was happening or how people are living, but I learned a lot and had so much fun in the meanwhile. I would not have wanted to miss this experience!

It was a hell of a ride!

Liefs,

Eline

p.s. If you thought that I will stop bothering you with my stories you’re wrong! Once in a while I will post something about my thesis writing/frustations for those interested;)

Posted in Uncategorized | Leave a comment

The links between domestic violence and HIV

LAC circular: The links between domestic violence and HIV

179795_343502732422013_2116701116_n

One of the projects I worked on during my internship at the Legal Assistance Centre in Namibia was a circular about the links between domestic violence and HIV. The gender research & advocacy project, the department where I was doing my internship, has been working hard to increase the awareness of the impact of domestic violence in Namibia. Since it is estimated that more than a third of all women in Namibia have experienced violence at the hands of an intimate partner, this awareness raising is extremely important. Domestic violence is one of the biggest problems that the Namibian society is facing and has many other negative consequences, of which an increased vulnerability to HIV infection is one. Click on the link at the top to read the circular!

Posted in Uncategorized | Leave a comment

The case of the drowned thief – the why and how of community courts

DSCN3338

English version under Dutch version

Maandag ben ik begonnen met het laatste deel van mijn onderzoek – in de buurt van Oshakati, Ovamboland, binnen de traditional authority genaamd Uukwambi. Eerst even een korte uitleg. Een traditional authority wordt bestuurd door de chief, die verantwoordelijk is voor een bepaald gebied. Dat gebied is opgedeeld in disctricten, in het geval van Uukwambi zijn dat er 6, die allemaal worden bestuurd door de senior head(wo)man. Elke district bestaat vervolgens weer uit dorpen, die worden bestuurd door head(wo)men. Elk van de drie levels heeft ook zijn eigen rechtbanken – waarvan de rechtbank van de chief dus de hoogste is. Weer wat geleerd.

Gisteren bezocht ik een bijeenkomst in de district court van het Otuwala district. De courtmeetings zijn hier weer heel anders dan in Opuwo of in Caprivi, maar een goede vergelijking volgt als ik hier wat meer heb gezien. Wat ik nu met jullie wilde delen is een van de zaken die besproken werd die volgens mij goed laat zien wat een community court is, waarom mensen er heen gaan en wat de problemen zijn waar de overheid tegenaan loopt en waar ik onderzoek naar doe. Samen met mijn vertaler kijken we naar een bijeenkomst van zo’n 25 mensen, waarvan 3 vrouwen en de rest mannen zijn. Er is een chairman die de bijeenkomst voorzit, en een secretaris die notities maakt. Verder zijn veel van de aanwezigen headmen of secretarissen gestuurd door de headmen. Ze zitten onder een rieten dak in een rechthoek op ietwat krakkemikkige stoeltjes in een dorpje met drie grote ‘huizen’ – een huis hier is een verzameling van een aantal huisjes waar je met de gehele familie leeft. Omdat er te weinig stoelen zijn, zitten sommigen op de grond of op stenen die ze in de buurt vinden. De secretaris zit achter een klein laag tafeltje, maar verder staat er niets in de open ruimte. Wanneer mensen spreken vragen ze de beurt aan de chairman, en als ze die krijgen staan ze op om druk gebarend hun verhaal te doen. De eerste zaak, en degene die ik met jullie wil bespreken, gaat over het volgende.

Een tijd geleden (2007, klein tijdje maar) brak een jongeman in in de shebeen (bar/winkeltje/cookshop) in het dorp. De eigenaar van de shebeen volgde de volgende dag de voetstappen vanuit de shebeen, en die kwamen uit bij een huis. Het huis was op slot, dus samen met de headman besloten ze de politie te bellen die het huis opende. Daar vonden ze een deel van (maar niet alle) de spullen die uit de shebeen waren weggenomen. De jongeman was niet in het huis aanwezig. Later vond de politie de jongeman en werd hij gearresteerd. Hij werd op borgtocht vrijgelaten en er werd een zaak tegen hem gestart bij de magistrates court (arrondissementsrechtbank, de officiele staatsrechtbank). De magistrates court verklaarde hem onschuldig omdat er niet genoeg bewijs te vinden was. Niet lang later verdronk de jongeman helaas. De court in het dorp (dus het laagste level) besloot dat de familie de resterende 900 euro aan de eigenaar van de shebeen moest terugbetalen. De familie is het hier echter niet mee eens en daarom is de zaak nu bij het district court terecht gekomen.

Dat de magistrates court hem onschuldig verklaarde maakt voor de traditionele gang van zaken geen verschil, zo legt de chairman uit. Volgens hen is er genoeg bewijs; er waren voetstappen en de spullen werden in zijn huis gevonden. Meer is er niet nodig. Twee andere aanwezigen herhalen in hun eigen woorden druk gebarend inderdaad nog maar eens dat het oordeel van de magistrates court geen verschil maakt. Dat is heel wat anders dan de traditonele rechtbanken.

De oom van de overleden jongeman staat op en begint zijn verweer. Hij heeft een aantal argumenten. Allereerst, zo zegt hij, waren er twee sets van voetstappen vanaf de shebeen. Waarom wordt de andere jongeman niet vervolgd door de rechtbank? Verder beweert de oom dat de eigenaar van de shebeen ook spullen uit het huis heeft meegenomen die niet van hem waren. Ten slotte vraagt de oom zich af: hoe kan iemand nou gestraft worden als hij dood is?

The chairman, en na hem nog een aantal andere welbespraakte headmen, legt nog maar eens uit dat traditioneel gezien de familie nu moet betalen. Hij vraagt de moeder van de overleden jongeman of zij de uitspraak in de village court (die trouwens in 2011 gedaan was – ze reageren hier niet altijd heel erg snel) soms niet begrepen heeft: dat heeft ze wel. Maar de vrouw legt uit dat ze het geld niet heeft. De chairman besluit haar nog drie maanden te geven om het geld bij elkaar te rapen en belooft haar te helpen een baan te vinden om het geld te kunnen verdienen. Als ze binnen drie maanden niet betaalt heeft zal ze een boete bovenop het al gevraagde geld moeten betalen. Hij dreigt ook: als je niet betaalt zullen we de zaak uiteindelijk naar de court van de chief moeten brengen, en dan komen ze naar je huis om je spullen in te nemen! Je kunt dus maar beter betalen!

Waarom gaan mensen naar een community court?

Deze vraag heb ik iedereen die ik heb geinterviewd gesteld, dat zijn ondertussen zo’n 50 mensen, en 99% gaf mij hetzelfde antwoord: bij een community court krijg JIJ terug wat je toebehoort, terwijl in de officiele staatsrechtbank het geld aan de overheid wordt terugbetaald. Wat heb je eraan als iemand je spullen steelt en hij in de gevangenis wordt gezet – daarmee krijg jij je spullen toch zeker niet terug? Natuurlijk gaan mensen ook om andere redenen naar de community courts – het is vaak veel te ver weg om naar de stad te gaan voor de rechtbank, de community courts kennen hun tradities en hun wetten en met veel problemen kun je niet eens bij de magistrates court terecht (traditionele trouwerijen en scheidingen, hekserij, land disputen). Toch is voor iedereen het belangrijkste: jij wordt betaald, niet de overheid. Dit gaat zo ver als wanneer jouw zoon zou worden vermoord, de familie van de schuldige jou moet betalen voor het verlies van inkomsten dat je nu lijdt. En de eigenaar van de shebeen wil gewoon dat hij terugkrijgt wat er van hem gestolen werd. Eigenlijk best logisch, toch?

Twee keer voor een misdaad bestraft worden

Een van de grote problemen met dit systeem is, is dat het betekent dat je twee keer voor dezelfde misdaad berecht kan worden. Ne bis in idem, wat Latijn is voor niet twee keer in hetzelfde, is een rechtsbeginsel dat niet alleen in Nederlandse en Europese, maar ook in internationale rechtsverdragen terug te vinden is. Toch trekken de traditionele rechtbanken zich daar niet zoveel van aan. Ookal vond de rechtbank dat de jongeman niet schuldig was, hij mag best nog een keer worden berecht in de traditonele rechtbank. Maar ook wanneer iemand wel schuldig werd bevonden wordt hij ook nog traditioneel berecht; zo had het gekund dat onze dief een gevangenisstraf van 5 jaar had gekregen maar ook 900 euro aan de eigenaar van de shebeen moest terugbetalen. Of dat hij de overheid 900 euro moest betalen en de eigenaar ook 900 wilde ontvangen.

Dat dit voor oneerlijke situaties zorgt hoef ik niet uit te leggen. Zeker omdat het onduidelijk is voor wie deze straf in de traditionele rechtbanken wel geldt en voor wie niet. Als de misdaad in een dorp onder de traditional authority gebeurde? Als de schuldige uit een dorp onder een traditional authority kwam? Moet hij/zij er dan wonen of slechts geboren zijn? En wat als iemand weigert? Tot deze vraagstukken lijkt het echter niet te komen, omdat iedereen zich schikt in het lot dat de traditionele rechtbank ook iets te zeggen heeft. Toch vroeg ik me vandaag met mijn vertaler af: als jij in de shebeen inbreekt wordt je zeker ook in de community court berecht, maar wat als ik in de shebeen inbreek? Het antwoord daarop weten we nog niet, maar dit is een van de problemen die ik in mijn scriptie zal belichten.

De familie

De familie is in Namibie traditioneel gezien heel belangrijk, en ook verantwoordelijk. Families zijn ook heel groot (iemand zei me: wanneer ik mijn white friend vertel dat mijn familie groot is, knikken ze. Maar ze begrijpen er niks van) – het aantal neven en nichten is ontelbaar, het aantal broers en zussen (van dezelfde moeder, niet van dezelfde vader) is ook moeilijk bij te houden en vaak zijn de familiebanden zo ingewikkeld dat de familie zelf het niet eens precies weet. Dus toen onze jongeman helaas verdronk werd ineens een hele grote groep mensen verantwoordelijk voor zijn daden. Maar waar begint de familie en waar houdt het op, en wie is de uiteindelijke verantwoordelijke? Wat als de vader al lang en breed ergens anders met een andere vrouw zit? Toch aanvaardde de moeder van de overleden jongeman uiteindelijk haar lot – ze woont immers in het dorp, en om sociaal gezien niet buitengesloten te worden zal ze deze straf moeten accepteren en het bedrag moeten betalen. Hoe ze dat doet en wie in de familie haar helpt moet ze zelf uitvogelen.

In beroep gaan

De familie was het niet eens met de straf – of wilde in ieder geval niet betalen – en daarom werd de zaak naar de district court verhuisd. Toch deed de headman dat, niet de familie zelf. In beroep gaan is niet een keuze die de partijen zelf vaak maken. Dat komt ook omdat in community courts de nadruk veel meer ligt op het uitleggen van de beslissing die genomen wordt. Bijna in al mijn interviews gaven mensen aan dat de reden waarom een meeting zo lang duurt is omdat het pas afgelopen is als iedereen tevreden is. Voor ons is dat een raar idee: tevreden met je straf? Het is nou eenmaal zo en je hebt het te aanvaarden. In de community courts is het echter heel belangrijk dat iedereen de court ‘happy’ verlaat en begrijpt wat hij heeft fout gedaan en waarom hij deze straf krijgt. Anders, zo zeiden veel mensen, zal hij het zo nog een keer doen.

Maar terug naar het in beroep gaan: wanneer een zaak hogerop opnieuw wordt behandeld wordt die opnieuw behandeld. Het is niet zoals bij ons dat de notities (die worden niet of nauwelijks gemaakt) eens goed bekeken worden en een beroep slechts bekijkt of de zaak goed behandeld is of niet. We beginnen weer lekker van voor af aan. Dit is een van de dingen waar ik ook naar kijk, omdat een nieuwe wet in Namibie ervoor heeft gezorgd dat je officieel in beroep kunt gaan van de community courts naar de magistrates court. Dit is een knelpunt in de wet, want hoe gaat de magistrates court dat beroep in hemelsnaam behandelen? Er zijn geen uitgebreide notities en er zijn andere wetten toegepast die de magistrates court niet kennen. Tot nu toe is zo’n beroep nog niet voorgekomen, maar het is slechts wachten tot een pientere rechtenstudent zijn moeder in het dorp helpt bij een rechtszaak en deze stap neemt. Wat er dan gebeurt weet niemand, maar er wordt verwacht dat de overheid met deze wet dan behoorlijk voor schut staat.

Community courts zijn meer dan rechtbanken

Ten slotte heb ik uit mijn onderzoek geleerd dat recht en rechtspraak hier in de dorpen en de traditional authorities veel meer is dan onze rechtbanken. Elk probleem wordt hier met het hele dorp besproken – ik heb zelfs een zaak bijgewoond waarbij iemand was uitgescholden of waarbij twee buren gewoon niet goed met elkaar overweg konden en de derde buurvrouw daarom aan de community court vroeg er eens naar te kijken. Het heten wel rechtbanken, maar zijn eigenlijk vaak alle sociale instituten ineen.

Mensen die zeggen dat customary law geen echte rechtspraak is hebben het wat mij betreft bij het verkeerde eind: het is juist alles wat recht is – de organisatie van een samenleving, hoe groot of klein ook, waarbij je samen regels opstelt en iemand laat inzien dat hij iets fout heeft gedaan door die persoon te bestraffen. Je wijst iemand aan die officieel het besluit neemt, maar praat eigenlijk met z’n allen over wat er is gebeurd en wat daaraan gedaan moet worden. Natuurlijk zitten er veel haken en ogen aan, waarvan ik er maar een paar benoemd heb, maar een ding is wat mij betreft wel duidelijk: recht staat hier dichter bij de mensen dan bij ons – waar velen in onze samenleving recht als iets onvermijdelijks zien wat er gewoon is (dat is nou eenmaal de wet) is het hier nog echt iets wat je zelf en samen maakt zodat je prettig met elkaar samen kunt leven.

THE CASE OF THE DROWNED THIEF

English version

Monday I started with the last part of my research – near Oshakati in Ovamboland, in the traditional authority of Uukwambi. First a short explanation. A traditional authority is headed by the chief, who is responsible for the whole area. The area is divided up into districts, in the case of Uukwambi 6 districts. All the disctricts are headed by senior head(wo)men. Every district is divided again into the different villages under it, who are all headed by head(wo)men. Each of these three levels also has their own court – the court of the chief is the highest one. Still there?

Yesterday I visited a meeting of the district court of the Otuwala district. The courtmeetings here are in many ways different again than what I saw in Opuwo and Caprivi, but a good comparison will follow once I have seen more here. What I wanted to share with you this time is one of the cases that was dealt with yesterday and which shows very well what a community court is, why people go there and what the problems are – for the government, and those that I am researching.

Together with my translator we sit and watch a meeting of about 25 people, of which 3 are women. There is one chairman chairing the meeting and there is one secretary who makes notes. Of the 25 people, many are headmen or secretaries of the headmen. They are seated under a thatch roof on old rickety chairs in a village with three big ‘houses’ – a house here is actually a collection of different houses where a whole family lives. There are not enough chairs, so some people sit on the floor or on a brick. The secretary is seated behind a small low table, but apart from that there is nothing in the open space between the chairs. When people speak they first put their hand up, and when the chairman gives them the floor they take it – with animated gestures they tell their story. The first case, and the one I want to talk about in this case, is about the following.

A while ago (2007, just a while), a young man broke into the shebeen (bar/shop/cookshop) in the village. The shebeen-owner followed the footsteps the next morning when he found out and they led him to a locked house. He, together with the headmen, called the police who opened the door for them. Inside they found some of the stolen stuff from the shebeen. The young man was not in the house. Later, he was found by the police and they arrested him. A case was started against him at the magistrates court who found him not guilty due to a lack of evidence. Not long after that, the young man unfortunately drowned. The village community court (so the lowest level) decided that the family had to pay the 9000 dollar (900 euro) that the shebeen-owner should still get. The family did not agree with this, which is why the case is now taken to the district court.

The chairman explains that the decision at the magistrates court does not make a difference for the traditional way. According to him, there is enough evidence: the footsteps led to the house and the stuff was found in the house. Two other headmen also argue the same – the magistrates court is something completely different than the community court.

The uncle of the drowned young man first stands up and starts his defense, consisting of a couple of argument. First of all, he says, there were two sets of footsteps from the shebeen. Why is the other young man to which the second set of footsteps belonged not here? Moreover, he claims that the shebeen-owner also took stuff from the house that was not his. Lastly, the uncle wonders how someone who is dead can still be fined?

The chairman, and after him a couple of other headmen, explains once again that in their tradition, the family is responsible to pay now. He asks the mother of the drowned young man if she understood the decision in the village court (made in 2011 by the way – speed or efficiency is not always a top priority) – she confirms she did understand, but does not have the money to pay. The chairman therefore decides to give her three more months and also promises to help her find a job to earn the money to pay for it. If she doesn’t pay in three months, she will also have to pay a fine. He also threatens: if you don’t pay we eventually will have to take your case to the court of the chief, and then they will come to your house to take your stuff. If I were you, I would pay!!

Why do people go to a community court?

This is the question I asked to everyone I interviewed, in total some 50 people now, and 99% gave me the same answer: in a community court, you will get paid and not the government. If your stuff is stolen it’s not helpful if the thief is put in jail – that does not give you your stuff back. Of course there are many other reasons for people to go to community courts instead of the magistrates court: it is closer, they know the traditional laws and with many problems one cannot even go to the magistrates court (traditional weddings and divorces, witchcraft, land disputes). Still, the most important reason for everyone is this: you get paid, not the government. This even means that when your sun is murdered, the family of the murderer has to pay your family for the loss of income. And the owner of the shebeen in this case just wants to get back what was stolen from him. Makes some sense right?

Double jeopardy

One of the big problems with this system is that it means you can be adjudicated twice for the same crime. Ne bis in idem, Latin for not twice in the same thing, is a legal principle that is not only laid down in Dutch and European, but also in international treaties. The community courts are not very concerned about that. Even though the magistrates court found the young man not guilty, it is no problem to adjudicate him again in the community court. But even when someone is found guilty he will still be tried in the community court: it could also have happened that our thief had gotten a jail sentence of 5 years but still had to pay the 9000 dollars. Or that he had to pay the government 9000 dollars, but still also had to pay 9000 dollars to the shebeen-owner.

That this causes unfair situations is clear. Especially because it is not clear who will be tried traditionally and who will not. Is it when the crime found place in the village under a traditional authority? Or when the guilty person was born in the village? Or when he/she lived there? And what if someone does not want to be tried in the community court? Still, these questions rarely pop up because people respect the authority of the community courts. These are some of the problems I will discuss in my final thesis.

The family

The family is very important traditionally, and therefore is also responsible. Families are also very big (someone told me: when I tell my white friends that my family is big, they nod, but they don’t have a clue what big means) – the amoung of cousins and uncles and brothers and sisters (from the same mother) is complicated and so is the family tree. So when our young man unfortunately drowned, a big group of people became responsible for his deeds. But where does the family start and where does it stop, and who is the final responsible person? What is the father is already far away with another woman, not reachable? Still the mother of the drowned thief accepted her responsibility in the end – she lives in the village, and socially it is not possible not to accept this punishment. How she does this and who should help her is something she has to figure out herself.

Appeal

The family did not agree with the punishment – or did not pay in any case – and the case was therefore taken to the district court. The headmen did this, not the family themselves. Appeal is not something the parties themselves often decide to do. That is also because the community courts put a lot of emphasis on explaining their decisions. In almost all my interviews people told me that the reason that meetings take so long is because it can only end when everyone is ‘happy’. That might be weird to us: happy with your punishment? We just think: it’s the law and we have to accept it. But in the community courts it is very important that everyone leaves the court happy and that the guilty party understands what he/she did wrong and why this punishment is given. Otherwise, many people told me, he/she would do it again!

But, back to the appeals: when a case is taken to a higher court they redo the whole hearing. There are not sufficient notes and it is not common for a higher court to only ‘look at the way the case was dealt with’. They start again at the beginning. This is one of the things I am also looking into, because a new law in Namibia says one can appeal from a community court to the magistrates court. This is a complicated part of the law, because how will the magistrates court treat such an appeal? There are no extensive notes of the court meeting and other laws were applied that the magistrates court does not know. So far, there has not yet been such an appeal, but some say it is just a matter of time before a smart law student helps his mom in the village with a court case and wants to take this step. No-one really knows what will happen in that case.

Community courts are more than just courts

Finally my research so far taught me that law and courts in these villages is more than just courts. Every problem is discussed with the whole village – I even observed a case where someone was insulted and one where two neighbours just didn’t get along which is why the third neighbour took the case to ‘court’. They are called courts, but are multiple social institutes in one.

People that say that customary law is not real law are according to me wrong: it is everything that law is – the organisation of a society, how small that may be, in which you together make up the rules to live by and punish someone when they do not follow these rules (and putting emphasis on this person understanding the punishment). You may appoint one person that officially takes the decisions, but actually you talk with a lot of people what happened and what should be done about it. Of course there are also many problems, of which the abovementioned are just a couple, but one thing has become clear for me: law is closer to people here than it is for us where many see the law as something inevitable that is just out there. Here, it is something that you make up together to make it easier and better to live together.

Posted in Uncategorized | 1 Comment

The mini bus

English version under the Dutch version

Om 8.00 uur ‘s ochtends neem ik een taxi richting het centrum van Katima en vraag ik de taxichauffeur om me af te zetten bij de plek waar de minibussen naar Oshakati (in het noorden van Namibie) vertrekken. Uiteraard weet hij precies waar dat is.Hij zet me af op een zanderige open plek waar een aantal busjes geparkeerd staan onder een grote boom. Ik vraag om de bus naar Oshakati en iedereen begint door elkaar heen te praten and te wijzen. Na een aantal minuten weten ze me te vertellen dat ik de man met het gele shirt moet hebben. Hij is ietwat verbaasd om een blank meisje in haar eentje te zien maar vraagt me netjes om mijn naam en telefoonnummer op te schrijven. Ik ben de vierde op het lijstje. ‘Hoeveel mensen hebben we nodig?’ vraag ik. ‘Vijftien’ is het antwoord. Ik bekijk ietwat sceptisch het kleine krakkemikkige busje, maar uit eerdere ervaring is gebleken dat 15 zeker kan passen. Ik betaal 310 dollar (30 euro) en omdat het nog wel een tijdje gaat duren besluit ik terug te gaan naar het guesthouse om daar nog wat dingen af te maken. Geel shirt belooft dat hij me zal bellen als er 13 mensen op de lijst staan.

Om 11 uur ben ik eigenlijk overal mee klaar en besluit ik om terug te gaan naar de minibussen om daar te wachten tot we vertrekken. Het duurt vast niet heel lang meer, denk ik bij mezelf. Als ik aankom moeten we nog 7 mensen vinden. Ik loop een beetje in Katima rond, koop wat water en lees mijn boek. Langzaam maar zeker begint de lijst vol te raken. Geel shirt vertelt me dat het ongeveer 800 km naar Oshakati is. We komen vast nog wel vandaag aan, houd ik mezelf voor, dus ik besluit me niet druk te maken en geduldig te wachten. Dat is wat iedereen ook doet. Ik kan het niet laten om te denken dat dit toch efficienter zou moeten kunnen (waarom geen uiterlijke vertrektijd waarvoor iedereen aanwezig moet zijn?), maar houd wijselijk mijn mond.

Om 13.00 uur schrijft de 15e persoon zijn naam op de lijst. Hoera! Het duurde maar 5 uur! Geel shirt heeft een plekje voor me voorin naast de chauffeur gereserveerd. Tenminste, ik dacht dat het naast de chauffeur was, maar we blijken met 2 mensen naast de chauffeur te zitten. Aha, ja zo passen er wel 15 mensen in. Mijn stoel is afgedekt met een handdoek omdat de bekleding niet echt meer aanwezig is. Het meisje naast me is niet de slankste wat niet erg comfortabel is, zeker zonder airco in de hitte, maar we gaan tenminste weg!

Om 13.30 vertrekken we dan ook echt. De bus zit propvol en ruikt naar chips en slappe friet (ja, dat ruikt anders dan gewone friet ja). Na 3 minuten rijden verlaten we de weg alweer om te gaan tanken. Terwijl de auto wordt volgetankt beginnen een aantal mensen aan de auto te trekken en duwen zodat die op en neer begint te schommelen. Willen ze ons misschien misselijk maken of denken ze dat ze ons zo lekker in slaap kunnen wiegen? vraag ik me af. De eigenlijke reden voor het gewiebel is  zodat er nog net wat meer benzine in de auto kan.

Na 10 minuten vertrekken we van het benzine station. Op weg!! denk ik weer. Maar na 5 minuten stoppen we alweer en stapt de chauffeur weer uit. Hij blijft een tijdje buiten achter de auto staan terwijl iedereen in de bus smelt tot kleine plasjes ellende. Het meisje naast me begint kwaad naar hem te roepen en hij komt terug. Geen idee wat hij gedaan heeft.

Voor de derde keer juich ik voorzichtig in mezelf: op weg! En dit keer zijn we ook echt op weg. Uren lang rijden we terwijl we geen stad passeren. Soms moet de chauffeur even afremmen en toeteren om de koeien die op de weg staan te passeren. De snelheidsmeter schiet vervaarlijk heen en weer tussen de 100 en 140 km per uur; die werkt duidelijk niet meer. Het busje kraakt en bij elke hobbel worden we gelanceerd. Het meisje naast me valt in slaap en neemt zo nog meer ruimte in. De geur van friet en chips wordt langzaam overgenomen door menselijke geuren. Ik had een audioboek op mijn ipod gezet ter vermaak tijdens de lange reis, maar de combinatie van de krakende lawaaierige bus en harde Afrikaanse hiphop muziek zorgt ervoor dat ik mezelf niet eens kan horen denken, laat staan dat ik een Britse lezer het boek Wolkenatlas kan horen voorlezen. Ook mijn eigen muziek komt niet boven het lawaai uit, maar joh, wat maakt het uit als je 800 km lang naar Nigeriaanse rappers kunt luisteren?! Na een uur stoppen we weer bij een tankstation, worden we nog wat heen en weer gewiebeld en vertrekken we weer.

We stoppen een aantal keer om mensen af te zetten en om anderen op te pikken die ineens uit het niets lijken te verschijnen op precies het juiste moment en de juiste plek. Om 19.00 arriveren we in de eerste ‘stad’ sinds 500 km, Rundu. Over de helft! We halen wat te eten terwijl de chauffeur morrelt aan de motor die onder mijn stoel blijkt te zitten.

We rijden, het wordt donker, we rijden alsmaar verder terwijl het groot licht de weg in het pikkedonker verlicht. Soms moet de chauffeur hard remmen om de koeien die uit het niets lijken te verschijnen niet aan te rijden. De sterrenhemel is prachtig want met slechts de lampen van de auto in de wijde omgeving is bijna elke ster te zien. Af en toe zie ik een bordje met een plaatsnaam die ik in gedachten probeer uit te spreken terwijl ik al gauw de draad kwijt ben van waar we in hemelsnaam zijn. Om 23.00 stoppen we weer bij een tankstation en ik denk blij dat we er vast bijna zijn. De chauffeur bevestigt dat: “nog maar 200 km!”. 800 was een erg optimistische gok, dat blijkt wel weer. The mensen van het tankstation wiebelen de auto nog eens goed op en neer (ik ben ondertussen wel een beetje klaar met dat gewiebel) en we gaan op weg om het laatste stuk af te leggen. Het zijn een paar lange uren terwijl ik me zorgen begin te maken of ik het guesthouse uberhaupt nog wel in zal kunnen. Terwijl we steeds meer mensen afzetten (en niemand meer oppakken) zit ik gestresst naar de tijd te staren en probeer ik het guesthouse te bellen – zonder succes. Gelukkig ben ik een van de laatsten die wordt afgezet en is de chauffeur zo aardig om me bij het guesthouse voor de deur af te zetten. En hallelujah, er wordt zelfs opengedaan! Om half twee ‘s nachts hijs ik dus mijn backpack op mijn rug en loop ik opgelucht dat ik weer een reis met de minibus heb overleefd mijn kamer in. Een reis met de minibus in Namibia is een hele ervaring..

p.s. uiteraard, ookal is het niet erg comfortabel of efficient, is het wel goed dat deze vorm van transport bestaat in een land waar afstanden ondenkbaar groot zijn en waar openbaar vervoer nauwelijks aanwezig is. Zonder de mini-bus zou het een stuk moeilijker zijn om mijn onderzoek uit te voeren!

The mini-bus

At 8.00 in the morning I take a cab and tell the taxidriver to drop me off at the place where the mini-buses to Oshakati (north of Namibia) leave. Of course he knows. I arrive at the sandy place where several cars are waiting under a big tree and ask for the bus to Oshakati. People start talking and pointing and after a couple of minutes I am directed to the right guy with a bright yellow shirt. A little surprised to see a white girl alone taking the minibus, he asks me to write my name and phone number down. There are 3 more people on the list. ‘How many do we need?’ I ask. ‘Fifteen’, is the answer. I look a bit sceptical at the small bus but judging from past experiences 15 could definetely fit. I pay 310 dollar (30 euro). It is still going to take a while before the bus will be full, so I decide to go back to the guesthouse to get some last work done. Yellow shirt promises he will call me when there are 13 people on the list.

At 11 I’m done with everything I needed to do and I decide to go back to wait at the minibuses. When I get there, I am told we are still waiting for 7 more people. I walk around a bit, buy some water and read a book. Slowly but surely the list is filling up. Yellow shirt tells me the drive is about 800km. I’m sure we’ll get there today so I decide not to worry and to be patient. That’s also what everyone else seems to do. I can’t help but think that there could be more efficient ways to do this, but I wisely keep these thoughts for myself.

At 13.00 the 15th person signs up. Awesome! It only took 5 hours! Yellow shirt reserved a seat for me in the front next to the driver, or so I thought, but apparentely there are two seats next to the driver. My seat is covered with a towel because there is not much of a seat under it left. The girl next to me is not the slimmest, so it is not very comfortable, especially without airconditioning and in the heat, but at least we are leaving!

At 13.30 we leave. The bus is very full and smells of all the crisps and sloppy fries (yes, they do smell different) people brought. After 3 minutes we leave the road again to get gas. While the car is being filled up, several people start pushing and pulling the car so it moves back and forth. I wonder if they try to make us nauseous or if they just want to cradle us to sleep. The actual reason for this movement is to fill the car up as much as possible. Wobbling the car apparently makes it possible to put even more fuel in.

After 10 minutes we leave the gas station. On our way! I think again. But after another 5 minutes we stop again on the side of the road and the driver steps out. He stays outside for 5 more minutes, while everyone in the bus has melted into a pathetic puddle of despair. I have no clue what he is doing. The girl next to me starts shouting at him and he comes back in the car.

For the third time I silently cheer to myself, a little more careful this time. We are on our way! And we are. For hours we drive without seeing any cities. Sometimes the driver has to slow down and hoot to get past the cows on the road. The speedometer dangerously moves up and down between a 100 and 140 km per hour – I guess it’s not really working. The girl next to me falls asleep and takes up even more space and the smell slowly starts to change from fast food to human odors. I put an audiobook on my ipod this morning, but the noise of the car together with the loud pumping African hiphop beats make it impossible to hear myself think, let alone to listen to a British speaking reader of Cloud Atlas. My own music does also not manage to reach my ears, but hey, what does it matter if you have Nigerian rappers singing to you for 8 hours? After an hour we stop at another gas station to fill the car up even more. Wobble wobble and off we go again!

We stop a couple of times to drop people off and pick new people up who seem to appear out of nowhere at exactly the right time in exactly the right spot. At 19.00 we arrive in Rundu, the first big city after 500 km. Only 300km to go! I get out to buy some food, and the driver is trying to fix something in the motor which is located right under my seat.

We drive, it gets dark, we continue driving and the lamps shine on the pitch-dark road. With every bump we are launched in the air and those who sleep are woken up again. I wonder how it is even possible to sleep with the loud hiphop music still blasting through the speakers. Sometimes the driver has to break for the cows on the road. The starry sky is beautiful because there are no lights to be seen besides the car. Sometimes I see signs of places and I try to pronounce their names correctly while trying to guess where we are. At 23.00 we stop at a gasstation and I assume we are almost there. The driver confirms: “only 200km left!”. 800 was definetely a very optimistic estimation..The people at the gas station wobble the car again (I’m a bit done with the wobbling now) and we are ready for the final stretch, which feels like hours. I start to worry about getting to my destination so late (will the guesthouse still open up for me and how will I get there??) which makes the last part of the destination a little stressfull. Once we got closer to Oshakati we drop people off at places that look like nothing is there. Fortunately, I am one of the last ones to be dropped off and the driver is so nice to make sure that I get safely to my guesthouse. Tired and stressed I arrive at the guesthouse at 1.30 in the morning where the security guard fortunately still opens up for me. I put my backpack on my back and relieved that I survived another trip with the minibus I get into my room. Travelling with the Namibian Mini-Bus is an experience!

p.s. of course, even though it is maybe not that comfortable or efficient, it is a good thing that this form of transportation exists in a country where distances are so far and where public transport is almost non-existent. Without the Mini-Bus it would be even harder to do my research here!

Posted in Uncategorized | 1 Comment

This time including an English version!

Travel adventures

English version under Dutch version!

Bijna meteen nadat ik terugkwam van mijn onderzoekstrip in Opuwo kwam Jochem in Windhoek aan. Vanaf 10 december t/m 13 januari was hij in Namibië en heb ik daarom vooral gereisd en een hele leuke tijd gehad. Vlak voor de kerst kwam de family ook en we hebben twee weken lang een prachtige reis door Namibië gemaakt. We hebben meer dan 4000km in onze mooie 4×4 auto met tenten op het dak gereden en in 2 weken tijd hebben we alle hoogtepunten gezien. Een reis als deze kun je veel beter in beelden dan in woorden uitdrukken; een selectie van de foto’s kun je op mijn facebook vinden. Hier toch even heel beknopt de hoogtepunten:

– Etosha, waar we drie dagen op safari dieren hebben gespot

2013-01-11_152258– De rit van Opuwo naar Twyfelfontein door Kaokoland en Damaraland: fantastisch uitzicht en veel dieren langs de weg

2013-01-11_153238

– Sossusvlei en deadvlei…

View original post 2,662 more words

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Namibia holiday and Katima-Mulilo

English version under Dutch version!

Bijna meteen nadat ik terugkwam van mijn onderzoekstrip in Opuwo kwam Jochem in Windhoek aan. Vanaf 10 december t/m 13 januari was hij in Namibië en heb ik daarom vooral gereisd en een hele leuke tijd gehad. Vlak voor de kerst kwam de family ook en we hebben twee weken lang een prachtige reis door Namibië gemaakt. We hebben meer dan 4000km in onze mooie 4×4 auto met tenten op het dak gereden en in 2 weken tijd hebben we alle hoogtepunten gezien. Een reis als deze kun je veel beter in beelden dan in woorden uitdrukken; een selectie van de foto’s kun je op mijn facebook vinden. Hier toch even heel beknopt de hoogtepunten:

– Etosha, waar we drie dagen op safari dieren hebben gespot

2013-01-11_152258– De rit van Opuwo naar Twyfelfontein door Kaokoland en Damaraland: fantastisch uitzicht en veel dieren langs de weg

2013-01-11_153238

– Sossusvlei en deadvlei, de beroemde zandduinen

2013-02-01_151937

– Fish river canyon, na de grand canyon de grootste canyon ter wereld

2013-02-01_152025

Dat waren de bezienswaardige hoogtepunten, maar we hebben natuurlijk vooral ook genoten van de autoritten, het quadrijden en sandboarden, de vele braaien, warme appeltaart in the middle of nowhere, nieuwjaar op het strand, kamperen in de wind, met de stromende regen in het zwembad zitten, wakker worden van de apen die je eten proberen te jatten..Ik kan nog wel even doorgaan. Het waren vijf fantastische weken: Namibië is echt een aanrader als je een prachtige reis in Afrika wil maken!! Het was na zo’n vakantieperiode dan ook best moeilijk om weer aan de slag te gaan. Maar toen alle bezoekers Namibie weer verlaten hadden moest ik er toch aan geloven. Na een aantal dagen Windhoek vertrok ik richting Katima-Mulilo, in het noordoostelijke Caprivi, zo’n 1200 km van Windhoek (zie groene rondje), voor mijn tweede onderzoeksavontuur.

map namibie opuwo katima

Katima-Mulilo

Mijn reis naar Katima was, hoe zullen we het noemen, interessant. De bus had een toilet (dat kon je wel ruiken), kou heb ik niet hoeven lijden (er was geen airco) en voor een directe bus moest ik wel verdacht vaak overstappen (5 keer). Uiteindelijk stonden we om 2 uur ‘s nachts in Rundu en toen was ik het een heel klein beetje zat (heel klein beetje maar hoor) dus toen ben ik overgestapt op de veel duurdere doch luxere intercape bus die zowaar in een keer naar Katima reed. Bezuinigingsmomenten moet je uitkiezen, zullen we maar zeggen.

Toen ik ‘s ochtends in Katima aankwam had ik niet perse het beste humeur mogelijk en het hostel waar ik van plan was te verblijven hielp daar niet echt bij. Niet bepaald een leuke plek. Maar na even zoeken vond ik gelukkig een ander guesthouse dat er een stuk beter uitzag. Hier verblijf ik in mijn harry potter tent – helemaal prima!

2013-02-01_160413

Katima-Mulilo is de hoofdstad van de Caprivi strip – een stuk van Namibie waarbij je aan de vorm al wel kunt zien dat er veel om gestreden is. Er wonen ongeveer 30.000 mensen (een grote stad voor Namibische begrippen) en Katima ligt aan de Zambezi rivier. Caprivi is het enige echt groene gebied van Namibie – qua natuur is het dus prachtig en ook heel anders dan de rest van het land. Caprivi is door de strategische ligging tussen Zambia, Botswana en Angola altijd een belangrijke strategische plek geweest waar vanuit veel oorlogen zijn gevoerd en soms ook beslist.

Wat betreft Katima: het is groter dan Opuwo. In eerste instantie dacht ik ook dat het veel leuker was omdat er een mr. price (goedkope kledingwinkel) zit – ja, zo erg is het al met mij gesteld. Er zijn ook taxi’s dus voor mijn gevoel was het een soort wereldstad – dat viel toch een beetje tegen. Maargoed, er zijn wel drie (!!!!) supermarkten en je kan de hoek omslaan en nog steeds in het centrum zijn, dus wat betreft is het wel een verbetering.

Het is hier wel heeel erg warm, de afgelopen dagen komt het boven de 40 graden dus prettig is anders. Verder is het vergeven van de muggen, en dat plus het feit dat het hier een beetje een dierentuin is heeft ervoor gezorgd dat mijn ochtend -en avondritueel in duur verdrievoudigd is. ‘s Ochtends moet ik eerst checken of er geen slangen (gezien toen de kat ermee zat te spelen), kikkers (in de douche), muizen (rende door de voortent) of grote hagedissen in de badkamer zitten. Vervolgens na het douchen zonnebrand, even een minuutje genieten van het feit dat ik nog lekker ruik, dan vies stinkend anti-muggenspul, handen vijf minuten wassen. ‘s Avonds natuurlijk ook alles op dieren checken, aftersun (weer even een minuutje genieten), stinkend muggenspul, vijf minuten handen wassen, de tent checken op dieren, en ten slotte als ik naar bed ga een halfuur lang muggen doodslaan. Heel gezellig. Met zo’n ritueel heb je helemaal geen leuke kroegen of clubs nodig!

Onderzoek

Vlak na aankomst begon ik meteen maar met mijn onderzoek. De ‘royal kutha’s’ (de hoogste community courts), waarvan er hier in de buurt vier zijn, liggen allemaal buiten Katima, wat zonder transport natuurlijk wel een klein beetje onhandig is (openbaar vervoer moet hier nog worden uitgevonden). Maar in Katima zit een soort van dependance achtige rechtbank waar ik gelukkig ook terecht kon. Mijn vertaler, pastor Mdenge, is een 72-jaar oude pastoor. We praten de hele tijd over god enzo, echt leuk. Helemaal nadat ik hem had verteld dat ik niet gelovig was. Maargoed, samen met pastor Mdenge ben ik de eerste week op pad gegaan en heb ik ook een van de royal kutha’s bezocht. Er zijn veel overeenkomsten en ook veel verschillen met Opuwo, dus dat is interessant om te zien. Om hier de kutha’s binnen te mogen als vrouw mag (okee, misschien moet) je ook een supperhippe outfit aan waarvan ik voorspel dat het een hit gaat worden in Nederland als ik terugkom!

2013-02-01_162813

Pastor Mdenge                                                                                         Chitenge

Een van de culturele gewoonten hier is dat mensen in hun handen klappen. Als ze elkaar zien, als ze elkaar respect willen betonen, als ze het ergens mee eens zijn..En als ze een gebouw in of uitgaan knielen ze ook terwijl ze in een bepaald ritme klappen. De eerste paar keer viel ik bijna om in die gekke rok al knielend in mijn handen klappen, maar ik ben er handiger in geworden ;). Het enige is dat ik soms automatisch opsta of denk dat iets ten einde is wanneer een hele zaal begint te klappen. Of een buiging wil maken (ik zal vast iets goeds hebben gedaan denk ik dan). En soms vergis ik me nog in de manier waarop je moet klappen (vrouwen moeten anders klappen dan mannen), het is ingewikkeld hoor! Maar het is wel heel bijzonder om dit allemaal van zo dichtbij mee te mogen maken en er eigenlijk middenin te kunnen staan. Inhoudelijk gezien zal ik snel een vervolg posten om te laten weten hoe het er in deze kutha’s aan toe gaat!

Weekendje Zambia

Na een week vol klappen, kutha’s, chitenges en interviews ben ik afgelopen weekend naar Livingstone in Zambia afgereisd om de victoria falls te bezichtigen. Vanaf Katima is dat slechts 200 km, dus het was zonde om dat te laten schieten natuurlijk. Het was een fantastisch weekend – de victoria falls zijn prachtig (wel heel nat trouwens, wie had dat gedacht), livingstone is een gezellige backpackers stad en ik heb nijlpaarden, krokodillen, bizons en twee neushoorns gezien en een cruise op de Zambezi gemaakt met de allermooiste zonsondergang die ik ooit heb gezien.

2013-02-01_164633

Tweede week onderzoek

De afgelopen week heb ik vooral met een andere vertaler nog meer onderzoek gedaan en ben ik naar nog twee andere kutha’s geweest. Ik word overal heel hartelijk ontvangen en iedereen vindt het leuk dat ik hier kom om te luisteren en leren hoe het er aan toe gaat. Meer dan eens zeggen mensen dat ik de ogen en oren van Nederland moet zijn en mensen moet vertellen hoe het hier aan toegaat. Gelukkig is dat natuurlijk ook (deels) het doel van mijn scriptie, maar ook deze blog wil ik daarvoor gebruiken. Maar voordat ik een uur aan leesmateriaal post hou ik dat voor de volgende post tegoed, die snel volgt!

Morgen vertrek ik naar Ovamboland, waar ik in Oshakati of Ongwediva zal verblijven en de laatste weken van mijn tijd hier zal doorbrengen!

Liefs vanuit Katima,

Eline

English version

Namibia holiday and Katima-Mulilo

Right after I got back from my research trip in Opuwo Jochem arrived in Windhoek. From 10 december – 13 january he stayed in Namibie and we travelled and had lots of fun (and I didn’t do much work or research). Right before christmas my family also arrived and for two weeks we had an amazing trip through Namibia. We drove over 4000 km in our 4×4 car with rooftoptents and in 2 weeks time we saw many of the highlights that Namibia has to offer. A trip like this is much better expressed in photos than in words; you can find a selection of the photos on my facebook. Just shortly the biggest highlights though:

– Etosha, where we spend three days on safari looking for animals2013-01-11_152258– The drive from Opuwo to Twyfelfontein through Kaokoland and Damaraland: fabulous views and lots of animals next to the road

2013-01-11_153238

– Sossusvlei and deadvlei, the famous sanddunes

2013-02-01_151937

– Fish river canyon, after the grand canyon the biggest canyon in the world

2013-02-01_152025

Even though that were the toeristic highlights, we mostly also enjoyed the drives, the many braais we had, warm applepie in the middle of nowhere, newyears at the beach, camping in the strong wind, sitting in the swimming pool while it was raining, waking up from the baboons trying to steal your food..And lots more. Those five weeks were pretty amazing and Namibia is really an awesome country to travel through. After all this travelling it was therefore quite hard to start working again. But when all my visitors left again I didn’t have a choice: after a couple of days in Windhoek I packed my bags again and left to Katima-Mulilo, in the north-east Caprivi, about 1200 km from Windhoek for my second research adventure.

map namibie opuwo katima

Katima-Mulilo

The actual trip to Katima was, how should I call it, interesting..The bus had a toilet which you could smell even when you stood outside, it wasn’t particularly cold due to lack of airconditioning and I had to change buses five times, which is quite a lot considering it was supposed to be a direct bus. When at 2 in the morning I was standing outside in Rundu waiting for another bus I was just a little fed up with it so I changed to the more expensive but better Intercape bus which actually drove to Katima in one go.

When I arrived in Katima at 6 o clock in the morning I might not have been in the best possible mood and the hostel were I was supposed to be staying made it worse because it was horrible. Fortunately I found another guesthouse which was a lot nicer. I stayed in a Harry Potter tent and it was perfect!

2013-02-01_160413

Katima-Mulilo is the capital of the Caprivi region – a part of Namibia that has been involved in many wars and fights due to its strategic location between Zambia, Botswana and Angola. There are about 30.000 inhabitants (quite a big city for Namibia) and Katima lies right next to the Zambezi river. Caprivi is the only part of Namibia that is really green – nature wise it is beautiful and very different than the rest of the country.

Concerning my experience of Katima: it is bigger than Opuwo (where I stayed for my first research trip). First I also thought that it was way cooler because there is a Mr. Price (cheap clothing shop) (yes, that’s how bad I’ve gotten) and there are also cabs so in my imagination it was close to an amazing world city. That is not really true. But, there are three (!!!) supermarkets and you can take a right or left and still be in the centre, so in that sense it is an improvement from Opuwo.

It has been really hot here though, the past days temperature has gone up to 40+ degrees, so that’s not very nice. There are also waaaay too many mosquitos, and that plus the fact that it is a bit of a zoo at this guesthouse has made my morning and evening rituals considerably longer. In the morning I first have to check if there are no snakes (the cat was playing with one the second day I got here), frogs (was sitting in my shower), mice (was running through my tent) or other animals in my tent and the bathroom. After showering I have to put on loads of sunscreen, inhale the nice smell for a minute, cover myself in smelly mosquito repellent, wash hands for five minutes. At night I also have to check for all the animals, put aftersun on (enjoy the smell), cover myself in smelly mosquito repellent again, wash my hands for five minutes, check the tent for animals and when I go to bed kill mosquitos for at least half an hour. Lots of fun. Who needs bars and clubs with such a ritual?!

Research

Right after my arrival I started with my research. There are 4 royal kutha’s (community courts) around Katima, but they are all quite far out which is a bit annoying if you don’t have transport (public transport has yet to be invented). But in Katima there is a kind of mixed sub court which was nice for my research. My translator, pastor Mdenge, is a 72 year old pastor. We talked about god, which got particularly interesting when I told him I’m not religious ;). But together with pastor Mdenge I did my research the first week and we also visited one of the royal kutha’s out of town. There are many differences and many similarities with the community court in Opuwo, which is interesting to see. To enter the kutha’s here as a woman I was allowed (ok, maybe I had to) wear a supercool outfit from which I think it might become a total hit once I get back to the Netherlands!

2013-02-01_162813

One of the cultural traditions here is that people clap in their hands. When they meet each other, when they greet each other, when they want to show each other respect, when they agree with something..When they enter or leave a building they also have to kneel while clapping in a certain rythm. The first couple of times I almost fell with that long skirt while kneeling and clapping, but I got better at it ;). The only thing is that I still get confused and think something is over when the whole room begins to clap. Or I almost take a bow (I most have done something really cool probably?). And sometimes I can’t remember what way I have to clap (women have to clap in a different way than men), it’s complicated!! But it is really special that I get to see all these things from so close and kind of be right in the middle of it all. Soon I will post a blog about how things go in these kutha’s!

Weekend in Zambia

After a week of clapping, kutha’s, chitenges (the long skirt) and interviews I travelled to Livingstone, Zambia to see the Victoria Falls. It it only 200km from Katima so it would be a pity to miss that.  It was an awesome weekend – the Vic Falls are amazing (very wet though, who would have thought), livingstone is a nice backpackers city and I saw hippos, crocodilles and two rhino’s and I made a cruise on the Zambezi where I saw the most beautiful sunset that I have ever seen.

2013-02-01_164633

Second week of research

The past week I did more research, mostly with another translator who actually also had a car, and we visited two more royal kutha’s. They are all very welcoming and everyone is eager to tell me what they do. They are happy that I came here to listen to them and learn from them. More than once I was told I should be the ears and eyes of my country and that I have to tell people what they are doing here and how it works. Fortunately that is also kind of the point of writing my thesis and an article, but I also want to use this blog for that purpose. But before I make you guys read for an hour I will keep that for the next post, which will come soon!

Today (2nd of february) I am off to Ovamboland, where I will be staying in Oshakati or Ongwediva and where I will spend the last weeks of my time here!

Liefs from Katima,

Eline

Posted in Uncategorized | 3 Comments

A day in the Otjikaoko Community Court

English version under the Dutch version

Vandaag is mijn laatste dag in Opuwo (morgen terug naar Windhoek en zondag komt Jochem!) en ik ben mijn onderzoek hier aan het afronden. De afgelopen 2,5 week heb ik onderzoek gedaan naar ‘customary dispute settlement’ (traditionele geschillenbeslechting). Ik heb veel mensen geinterviewd en daarnaast ben ik elke dag naar the Otjikaoko Community Court (letterlijk: rechtbank van de gemeenschap) gegaan waar ik heb geobserveerd hoe ze zaken behandelen en waar ik vanalles aan de rechters heb gevraagd. Aangezien dit op heel veel manieren anders gaat dan de rechtsspraak zoals wij die gewend zijn, wilde ik met jullie graag een dag in the Otjikaoko Community Court delen.

08:30 Samen met Mairiko, mijn vertaler, arriveren we. De secretaris is de kleine, volgepropte en warme ‘rechtszaal’ aan het afstoffen. Het is donker en warm, we ploffen neer op onze stoelen aan de zijkant van de ruimte, waar we alles goed kunnen observeren.

09:00 Een aantal rechters komen binnendruppelen. In totaal zijn er 17 rechters, waarvan 7 ‘hoofdrechters’ en 10 een adviesgevende rol spelen. Er is een vrouwelijke rechter (ze is geen hoofdrechter). Ze komen en gaan wanneer ze zelf zin hebben, wat ik niet helemaal snap, maargoed. We vragen of er zaken zijn vandaag. De een knikt, de ander schudt zijn hoofd.

09:15 Er komen wat mensen binnendruppelen die op de stoelen gaan zitten en met de rechters beginnen te kletsen. Na 20 minuten staat eentje op en gaat bij de secretaris zitten. Hij begint te praten en blijkt een getuige in een zaak te zijn. De secretaris schrijft zijn statement op. Daarna leest ze het voor en mag hij zijn vinger in de inkt dompelen voor een vingerafdruk bij wijze van handtekening. De meeste Himba’s kunnen niet schrijven.

09:45 Buiten zitten steeds meer mensen. Ze hebben klapstoeltjes meegenomen en zitten een beetje te wachten. Meer rechters komen binnen en ploffen neer op hun stoelen. Ze praten wat en beantwoorden mijn vragen. Ik vraag me af waarom al die mensen er zijn. Ze zijn hier voor een zaak, maar de getuige is kwijt. Nog maar even wachten dus.

10:30 De getuige is gevonden, maar nu is de secretaris zoek. Die is haar kindje aan het ophalen. Niemand lijkt zich druk te maken en iedereen blijft zitten en wachten. Ondertussen zijn er nog wat rechters bijgekomen, maar er zijn er ook weer wat weggegaan. Twee rechters gaan even twee flessen cola halen, want ze hebben dorst.

10:45 Iemand komt binnen om een zaak aan te geven, maar dat kan niet omdat de secretaris nog steeds zoek is. Hij praat wat met de rechters over zijn zaak en wat er volgens hem gebeurd is.

11:45 De secretaris is terug en neemt het statement van de man op die een zaak wilde aangeven. Een vingerafdruk eronder en hij mag een andere dag terugkomen. Wanneer is niet echt duidelijk. De dagen daarna zien we hem elke dag langskomen, maar de ene dag is de aanklager zoek en de andere dag is er geen secretaris.

12:00 Een vrouw komt binnen die twee jaar geleden schuldig bevonden is en had moeten betalen, maar dat niet gedaan heeft. Ze moet uitleggen waarom ze nog niet betaald heeft. De rechters besluiten dat ze elke dag om 8 uur aanwezig moet zijn tot ze betaald heeft, en hebben zelf veel lol om die beslissing.

12:15 De verdachte is zoek, dus we kunnen nog niet beginnen. Iemand anders komt langs die een zaak heeft aangespannen, maar de verdachte is ziek en wil daarom iemand anders sturen om hem te vertegenwoordigen. De rechters voeren een discussie of dit mag en besluiten dat de zaak te ingewikkeld is en dat de verdachte moet komen. Ze stellen de zaak uit totdat de verdachte beter is.

13:00 Langzaamaan komt iedereen de zaal binnendruppelen. Het lijkt erop dat we gaan beginnen. Maar er zijn nu maar 4 rechters, en we kunnen pas starten als er 5 rechters aanwezig zijn. Er wordt gebeld en gezocht naar een vijfde rechter.

13:30 We gaan beginnen met de zaak! De chairman opent met een gebed. Daarna vertelt hij iedereen dat ze niet mogen schelden, elkaar uit moeten laten praten en dat je altijd vragen moet stellen als iets onduidelijk is. Iemand komt binnen om de hand te schudden van de verdachte en verdwijnt weer. De stokken van alle mannen worden ingenomen, omdat ze als wapens kunnen worden gebruikt. Daarna gaan we echt beginnen en het licht wordt uitgedaan. Ik ben er nog steeds niet achter wat daar het nut van is.

13:35 Het is een donkere en warme kleine ruimte, dus het duurt nog geen vijf minuten voordat de eerste twee rechters in slaap zijn gevallen. Een van de rechters helpt de secretaris met een onleesbaar handschrift en leest wat statements voor. Na ieder statement vragen ze de persoon van wie het is of hij het ermee eens is. Een van de getuigen heeft een onduidelijk statement gegeven; een discussie barst los.

14:15 De man die de zaak heeft aangespannen komt op de stoel voor de tafel van de rechters zitten. Ze vragen hem zijn verhaal te vertellen. Dit doet hij, en vrij uitgebreid. Er zijn nu 7 rechters, waarvan er 4 slapen. Een vijfde leest de krant.

14:20 De telefoon van de chairman gaat af (een lachend kindje). Hij schrikt wakker en neemt op. De aanklager blijft doorpraten. Een andere rechter staat op en verlaat de zaal even. Iemand klopt aan en een andere rechter staat ook op om zijn vragen te beantwoorden. Die laatste komt niet terug.

15:00 De aanklager is nog altijd aan het praten. Af en toe vragen de rechters hem iets. De zaak blijkt over 5 koeien te gaan die zoek zijn. Volgens de aanklager heeft de verdachte ze gestolen (of gekregen) en zijn ze op zijn grond te vinden. Een andere telefoon gaat: de rechters lachen om de beltoon.

15:15 De aanklager is uitgepraat. Een van de rechters begint vragen te stellen. We praten voornamelijk over hoe de koeien eruit zien en of ze al dan niet familie zijn van elkaar (de koeien). Blijkbaar zijn er zelfs DNA testen om dit vast te stellen. Nooit geweten dat je zoveel over koeien kon praten. Als ik de taal had gesproken, dan had ik de betreffende koeien waarschijnlijk herkend in de wei. Maar koeien zijn wel tussen de 800 en 1500 euro per stuk waard en zijn het enige belangrijke bezit van de mensen hier, dus het is natuurlijk wel logisch.

15:45 De aanklager en verdachte wisselen van stoel en de verdachte begint zijn verhaal te vertellen. De rechters vallen weer snel in slaap en eentje begint te snurken. Dat vinden de andere rechters erg grappig. De verdachte vertelt stug zijn verhaal en trekt zich niets van dat alles aan.

16:15 De tweede ronde ondervragingen begint. De statements van de getuigen worden erbij gepakt en ze stellen vragen aan een van de verdachten. De rechters zijn in de war. Een van de rechters begint vragen te stellen waar de anderen het niet mee eens zijn: ze beginnen met elkaar te discussieren over de juiste vragen en wat er wel en niet gezegd moet worden. De vragen stellende rechter lijkt de discussie te hebben verloren en zakt mokkend weg in zijn stoel.

16:30 De verdachte roept ineens dat de rechtszaal behekst is en dat hij alles is vergeten. Uiteraard stoppen ze daarom met hem vragen te stellen en gaan ze terug naar de verdachte. Die slaapt zelf ook bijna. Andere mensen lopen in en uit en een kind begint te huilen. Een van de rechters is begonnen aan een monoloog die wel even kan gaan duren.

16:50 Inhoudelijk gezien is er nog nauwelijks nieuwe informatie ter tafel gekomen over de vijf vermiste koeien. Familiebanden zijn wel uitgebreid besproken (dit keer niet van de koeien maar van alle aanwezigen in de zaal). Het lijkt duidelijk dat de zaak morgen verder zal moeten gaan. De chairman besluit dat ze ermee stoppen voor vandaag en begint een gebed op te zeggen om de dag af te sluiten. Tijdens het gebed gaat zijn telefoon af, dus zegt hij gauw dat het gebed dit keer wat korter moet en neemt zijn telefoon op. De andere rechters verlaten snel de zaal om naar huis te gaan en ook het publiek, de getuigen en beide partijen druppelen weg om terug te gaan naar hun eigen dorpje in de buurt van Opuwo.

Otjikaoko Community Court

Otjikaoko Community Court

Bovenstaande zaak heeft uiteindelijk vier dagen geduurd. Jullie denken misschien dat ik een en ander een beetje overdreven heb, maar dat is niet zo ;)! Overigens waren de rechters en alle mensen wel heel gastvrij en mocht ik alles vragen wat ik wilde en er altijd bij blijven zitten. Bovendien klinkt bovenstaande misschien heel negatief, maar zijn veel van de geinterviewden te spreken over de manier van werken van the community court. Ze vinden het prettig dat ze hun hele verhaal kunnen doen en dat er veel tijd wordt genomen zodat iedereen snapt wat er gebeurt. Vandaag heb ik afscheid genomen met een fotosessie met de rechters, en kreeg ik ook nog een prachtig cadeau: een geverfde kan waar Herero’s melk in bewaren. Al met al is mijn eerste onderzoekstrip meer dan goed geslaagd, met 25 interviews, 70 pagina’s aan aantekeningen en vele gesprekken met de rechters!

Zogauw ik zelf alles een beetje op een rijtje heb zal ik jullie ook eens berichten over de voorlopige eerste uitkomsten in het kader van mijn onderzoek. Maar dat bewaar ik voor een andere keer!

Liefs,

Eline

2012-12-04_181806

A day in the Otjikaoko Community Court

I am rounding up my research in Opuwo (I am going back to Windhoek tomorrow and Jochem is arriving on Sunday!), where I have been staying the past 2,5 weeks while doing research on customary dispute settlement. I have done many interviews with people in Opuwo and I have attended the Otjikaoko Community Court everyday, observing hearings and talking to the judges. I wanted to share with you how a day in the Otjikaoko Community Court went.

08:30 me and Mairiko, my translator, arrive in the Otjikaoko Community Court. The secretary is cleaning up the small, chaotic and hot courtroom. It is dark and warm. We sit down on our chairs on the right side of the courtroom, where we can observe everything.

09:00 A couple of judges are coming in. There are 17 judges in total in the Otjikaoko Community Court, of which 7 are ‘main judges’ and 10 have more like advice giving roles. There is one female (advice giving) judge. The judges show up and leave whenever they feel like it, a concept that I don’t really get. We ask them if there are going to be any cases today. One judge nods while the other one shakes his head. We’ll see what is going to happen.

09:15 Some people are coming in and sit down on the chairs. They start chatting with the judges, who they obviously know well. One walks up to the secretary after 20 minutes and sits down with her. He starts talking while she writes down his statement. When she’s done, she reads it to him to see if he agrees with everything that has been written down. He does, and he puts his finger through ink for a fingerprint which counts as an autograph.

09:45 It’s getting more and more crowded outside. They sit on their folding chairs or on beerbottles. More judges have come in. They answer some of my questions. I ask them why all these people are sitting outside. They are here for a case, but the witness is lost.

10:30 The witness is found, but now the secretary is lost. She’s probably picking her child up. No one seems to be bothered by the endless waiting. More judges have come in, but some have also left again. Two judges get up to get some drinks, because they are thirsty.

10:45 Someone comes in to report a case, but the secretary is still not in the courtroom so that’s not possible. He talks a bit with the judges about his case and what happened according to him.

11:45 De secretary is back and takes the statement of the reporter. She tells him to come back another day. It’s not really clear when, because the court doesn’t plan their cases. The next days we see him every morning, but either there is another case, the witnesses are lost or there is no secretary.

12:00 A woman comes in who was found guilty and who should have paid but she still hasn’t. She has to explain why she didn’t pay yet. The judges decide that she has to come to the Community Court at 8 every morning until she paid. They find this decision of themselves quite funny.

12:15 The suspect is lost, so we can’t start yet. Someone else comes by who reported a case last week. The suspect in the case is sick and wants to know if he can send someone else to represent him. The judges discuss this option, but decide that the case is too complicated. The case is postponed until the suspect is better.

13:00 Slowly but surely everyone enters the court. For a moment, it looks like we are going to start, but there are only four judges present and they can only start a case when there are at least 5 judges. They start calling and look for a fifth judge.

13:30 The case is starting! The chairman opens with a prayer and after that tells everyone that they cannot curse and have to put their hands up when they want to talk. Someone comes in to shake the hand of the suspect and leaves again. The canes of the guys are taken in because they could be used as weapons. Now we really start, and the light is turned off. They do that everytime, but I never really found out why.

13:35 The room is dark and it’s really hot in the small space, so it’s maybe not very surprising that it doesn’t take more than 5 minutes before the first two judges have fallen asleep. One of the judges who is still awake helps the secretary with reading the statements and after each statement they ask if the person agrees with it. One of the statements of a witness is very unclear and they take some time figuring out what he meant.

14:15 The reporter has to sit on the chair in front of the judges. They ask him to tell his story, which he does. Quite elaborate. There are 7 judges now, and 4 of them are asleep. A fifth judge is reading the newspaper.

14:20 The phone of the chairman rings, the ringtone is a laughing child. He wakes up and picks up the phone. The reporter just keeps on talking. Another judges leaves the room. Someone knocks on the door and starts asking questions. Yet another judge stands up to answer his questions outside the courtroom, but afterwards he doesn’t come back.

15:00 The reporter is still talking. Once in a while the judges ask him a question. The case appears to be about 5 cows who are lost. According to the reporter they were stolen by the suspect. Another phone rings, the judges laugh about the ringtone.

15:15 The reporter is done talking. One of the judges starts to ask questions. They are mainly talking about the looks of the cows and if they are related (the cows). Apparently, there are even DNA tests for cows to determine which cows are related. I never quite knew that you could talk so much about cows. If I spoke Otjiherero I could probably have recognized these cows. To be fair though, the cows are worth between 800 and 1500 euro’s each, and they are far more important than any money is.

15:45 The reporter and the suspect change seats and the suspect starts to tell his story. The judges fall asleep again and one of them starts to snore. The other judges find this very funny. The suspect acts like nothing is happening and continues to tell his story.

16:15 The second round of questioning starts. The statements of the witnesses are read again and they ask questions to one of the witnesses.

16:30 The suspect suddenly thinks that the courtroom is bewitched and that he forgot everything related to the case. The judges stop questioning him and return to question the suspect, who is almost asleep himself. People walk in and out and a child starts to cry. One of the judges started his monologue. This could take a while.

16:50 It is quite clear that the case is not going to be finished today. There has not yet been any clarity about the location of the missing cows, although there has been an extensive investigation in the family ties of all the attendees. The chairman decides to call it a day and starts to say a prayer to end the day.

This case actually took four days. The judges and all people were however very welcoming and I could ask them anything. Moreover, the above described day might sound a bit negative, but many interviewees indicated that they liked the way the Community Court dealt with cases. They valued the possibility to tell their whole story and they appreciated the time and effort the judges took to make sure everyone understood what was happening and why certain decisions were made.

Today I said goodbye to the judges with a photoshoot 😉 and I got a beautiful gift from them: a calabash in which the Herero’s contain their milk. I think I can say that my first research trip was successful: I did 25 interviews, have 70 pages of notes and had many conversations with the judges! As soon as I have kind of created order in the chaos I will also write about my first preliminary findings in this research project.

Cheers,

Eline

Posted in Uncategorized | 1 Comment

Enough Opuwo

Ruim een week geleden vertrok ik naar Opuwo voor mijn eerste echte onderzoekstripje. Hoewel ik er van tevoren op had gerekend dat ik met een bus naar het noorden zou moeten afreizen, kwam ik er op het laatste moment achter dat een collega bij LAC ook naar Opuwo moest. Ik kon dus meerijden – wat de reis heel wat veiliger en comfortabeler maakte, De 800 km is sinds een paar jaar geheel verharde weg en we legden de tocht dan ook in zo’n 8 uur af. Het landschap van Namibië is soms vervreemdend door de enorme leegte waar ik niet bepaald aan gewend ben. Onderweg kwamen we langs 4 dorpjes, verder was er nauwelijks iets of iemand te bekennen. Ik heb elk uur een foto gemaakt van het uitzicht vanuit de auto; soms leek het alsof we helemaal niet vooruit kwamen, zo weinig veranderde de omgeving.

De eigenaars van het guesthouse waar ik zou gaan verblijven hadden me van tevoren een goede reis gewenst en gezegd dat ze altijd telden hoeveel wilde dieren ze onderweg tegenkwamen. Ik kwam tot 4 soorten: bavianen, giraffes, everzwijnen en struisvogels. Al met al dus een leuke tocht naar the end of the world Opuwo.

Eenmaal in Opuwo aangekomen beleefde ik mijn eerste echte cultuurshock sinds ik in Namibië ben aangekomen. Opuwo is een klein, vies en vooral chaotisch dorpje/stadje. Anders dan in Windhoek zijn er nauwelijks blanken en het dorp, wat eigenlijk een straat is waaromheen huizen zijn gebouwd, is niet erg aantrekkelijk. De stad is de hoofdstad van de Kunene regio en er wonen zo’n 5.000 mensen. Opuwo betekent genoeg. Volgens sommige bronnen (Wikipedia) heet het zo omdat een of andere belangrijke pipo een huis wilde neerzetten en de locals hem meer land wilden geven en hij (zo bescheiden) zei dat hij genoeg had. Volgens Mairiko mijn vertaler heet het Opuwo omdat in de tijden van alle gevechten tegen de apartheid en de Zuid-Afrikanen mensen een stad wilden stichten waar er niet meer gevochten wordt omdat het genoeg was. Maar dat is wel een beetje raar, want het heet Opuwo sinds 1974 en Namibië is pas sinds 1990 onafhankelijk (en dus pas sinds toen gestopt met vechten). Maar toen ik dat zei kreeg ik niet echt een antwoord dus ik laat het in het midden. Het heet in ieder geval niet Opuwo omdat er genoeg te doen is, dat weet ik zeker.

Gelukkig was John, de LAC collega met wie ik meegereden was, al vaker in Opuwo geweest en bleef hij de hele week voor een training die hij moest geven. De eerste avond aten we in een klein take-away ‘restaurantje’ wat kip (eigenlijk het enige wat je hier kunt krijgen als je ergens gaat eten. Gefrituurde kip. Kipburgers. Salade met kip. Hmmm kip het meest veelzijdige stukje vlees kip). Het guesthouse waar ik verblijf, ABBA, heeft mooie schone kamers en hoewel het niet perse een gezellig plek is waar je andere mensen kunt ontmoeten of ergens afgeschermd rustig kunt zitten, ben ik erg tevreden met mijn kamer hier.

Opuwo zelf, zo ontdekte ik al snel, is een bonte mix (letterlijk) van verschillende groepen, stammen en/of communities (hoe je het maar noemen wilt). Er zijn 8 verschillende traditional groups die samen leven en dat resulteert in een kleurrijk straatbeeld.

De Himba’s, de meest opvallende groep, leven met zo’n 20.000en in het noorden van Namibië  zijn herders en leven van hun vee. Ze zijn de meest traditionele groep die in Namibië leeft en worden door andere bewoners van Namibië vaak als uncivilised en onderontwikkeld gezien. De vrouwen kleuren hun elke dag hun huid rood en hebben een apart kapsel, gemaakt van klei. Hun bovenlijf is ontbloot en de rokken zijn gemaakt van dierenhuiden.

Een Himba meisje

De Herero, waarvan er (nog) ongeveer 240.000 zijn, wonen vooral in Namibië maar ook in Angola en Botswana. Ook voor de Herero is vee de belangrijkste bron van inkomsten. Ze spreken Otjiherero (ik spreek nu ook een paar woordjes woehoe). Hererovrouwen dragen grote volumineuze kleurrijke jurken en een muts die me soms een klein beetje aan een gevouwen theedoek doet denken.

Hererovrouwen in Opuwo

Er zijn ook nog Tjimba’s en een aantal andere groepen vertegenwoordigd in Opuwo. Ten slotte lopen ook veel mensen rond in Westerse kleding. Ja Nederland, dat is pas een multiculturele samenleving ;)!

Opuwo

Al voelde ik me de eerste dag heel zielig en alleen en wilde ik graag zo snel mogelijk ASAP bitte terug naar Windhoek, toch begon ik dinsdag vol goede moed aan mijn onderzoek. Mairiko, mijn vertaler, had me maandag al Opuwo laten zien en me aan wat mensen voorgesteld. Dinsdagochtend troffen we elkaar bij het gebouw waar de Community Court zich in bevindt en klopten we aan bij de rechtszaal. Hoewel we van tevoren vanuit LAC veel contact hadden gehad over mijn komst was mijn contactpersoon natuurlijk niet in Opuwo (nee dat zou wat te makkelijk zijn) en waren de rechters verbaasd over mijn komst. Ze waren midden in een zaak, maar onderbraken die en begonnen te discussiëren over mijn mogelijke aanwezigheid. Ze vroegen zich af wat ik precies kwam doen en of ik ook andere Community Courts ging bezoeken etc. Met hulp van Mairiko en door lief en onschuldig te lachen wist ik ze na een halfuur ervan te overtuigen dat ik geen spion van de overheid was (zou wel cool zijn) en hen geen schade zou berokkenen. Ik mocht blijven. Fase 1: check.

Community Court – iets anders dan de rechtszaal waar wij aan gewend zijn 😉

Er waren die dag meteen twee (lange) zaken en ik kon daarom goed beginnen met observeren en noteren. Helaas bleek die dag voorlopig ook weer de laatste met zaken, maar elke dag ben ik ‘s ochtends naar de Community Court gegaan en heb daar gepraat met de rechters en mensen die in- en uitliepen. Het is heel interessant om in de Community Court te zitten en alles echt te zien gebeuren – ik heb er ondertussen zoveel over gelezen en over geschreven en dat maakt het extra leuk om het nu eindelijk van dichtbij te zien. Vandaag was er weer een zaak en verder ben ik vooral bezig met interviews regelen. Helaas gaat dat nog niet heel makkelijk, maar er begint schot in te komen.

Afgelopen weekend liep ik naar de luxe lodge bovenop de berg om even in de zon te kunnen zitten in een rustige omgeving. Daar ontmoette ik een Duits stel en 2 Spanjaarden die aan het reizen waren. We aten samen en gingen nog even naar de bar (jaja, er is een bar dames en heren!) en zondag kon ik met ze meerijden naar de Epupa Falls! Een leuk dagtripje en welkome afleiding van het saaie Opuwo.

Onderweg kwamen we langs vele Himbadorpen en omdat de Duitse vrouw verpleegster was stopten we meerdere malen om gewonde voeten te verbinden en zieke kindjes te helpen en medicijnen uit te delen. Al met al was het een geslaagd weekend, anders dan ik vrijdagavond verwacht toen ik in mijn eentje op mijn kamertje zat.

Hoe langer ik hier zit hoe meer ik me op mijn gemak voel. Veel mensen zijn nu ook gewend aan mijn langdurigere aanwezigheid en dus word ik wat minder aangestaard en kom ik altijd wel iemand tegen die me herkent en een praatje wil maken. Bovendien gaat het onderzoek nu steeds beter en ben ik daar dus erg druk mee. Maar eerlijk is eerlijk: ik heb ook vooral wel zin om naar het bruisende Windhoek (wie had ooit gedacht dat ik dat zou zeggen?) te gaan en de vrienden die ik daar heb gemaakt weer te zien!

Al met al: merihongo ovingi en bapenduka nawa!

Liefs,

Eline

Posted in Uncategorized | 1 Comment

Het is hoog tijd voor een nieuwe update, die ik om het overzichtelijk te houden even in twee posts ga opdelen.

Sinds mijn laatste post ben ik nog drie weken in Windhoek met mijn stage bezig geweest. Die stage heb ik ondertussen zo goed als afgerond. Ook de laatste drie weken heb ik het heel goed naar mijn zin gehad bij het Legal Assistance Centre. Ik heb mijn onderzoek naar praktijken wat betreft het geven van achternamen afgerond en tussendoor nog aan een aantal kleinere projecten gewerkt, zoals het helpen met schrijven van een persbericht over een nieuwe wet mbt onderzoek doen; het schrijven van een memo over de status van dual citizenship in andere Afrikaanse landen; het schrijven van een memo over bescherming van slachtoffers van geweld etc. LAC pakt veel problemen in Namibie aan en ik heb veel respect (gekregen) voor lokale organisaties als deze, die zeker een verschil maken. De artikelen en opinies die in Nederland dan ook af en toe verschijnen over de zogenaamde onzin van ontwikkelingssamenwerking en de bezuinigingen op OS irriteren me dan ook mateloos. Een organisatie als LAC draait bijna volledig op geld uit buitenlandse bronnen: van de overheid kunnen ze moeilijk geld vragen, aangezien ze daar juist vaak kritiek op leveren. Onder andere doordat Nederland aan het bezuinigen is, moeten er voor het einde van het jaar nog mensen ontslagen worden bij LAC en moeten we vele projecten laten schieten. Dit terwijl we dagelijks vragen krijgen van bijvoorbeeld vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld of verkrachtingen, of van jongeren die geweigerd worden op instellingen omdat ze HIV positief zijn. Zo goed als de organisatie kan proberen ze deze mensen bij te staan, maar er is al een groot tekort aan staf en er is te weinig tijd om iedereen goed te kunnen helpen. Simpelweg ontwikkelingssamenwerking als nutteloos afschilderen vind ik dan ook nogal een makkelijke uitweg om de bezuinigingen daarop goed te praten.

Omdat LAC zo’n tekort heeft aan mankracht en teveel werk heeft, krijgen wij als stagaires wel veel verantwoordelijkheid en vrijheid, wat de stage erg leuk heeft gemaakt. Al met al heb ik het werken bij een organisatie als LAC als erg leuk en leerzaam ervaren en zie ik mezelf in de toekomst ook zeker dit soort werk doen. En aangezien de reden dat ik ook stage wilde gaan lopen was om uit te vinden of ik het leuk vond, is dat een fijne les om mee te nemen.

Naast stage voel ik me in Windhoek helemaal thuis. Ik heb een leuke groep mensen leren kennen, mijn kamer bevalt me prima en er is elk weekend wel iets leuks te doen in de hoofdstad. Hoewel er ongeveer net zoveel mensen in Windhoek wonen als in Tilburg, is de stad in vele opzichten wel groter. Het is uitgespreid over een groter oppervlakte, er zijn veel verschillende wijken met eigen shopping centra en er zijn veel clubs, kroegen, restaurants en barren te vinden. De vorige keer berichtte ik al over het oktoberfest; het weekend daarna bezochten we een groot jazzfestival waar de muziek weliswaar niet echt jazz te noemen was, maar waar de livemuziek en erg goede afrikaanse zangers en zangeressen voor een hele leuke avond zorgden.

Iedereen op camping stoeltjes bij het Windhoek Jazz Festival

Windhoek Jazz Festival

Het weekend daarna vertrok ik op donderdagavond naar Swakopmund, het Duitse stadje aan de kust van Namibie. Samen met Franzi, een Duits meisje die voor haar geneeskunde opleiding stage loopt in een ziekenhuis in Windhoek, legden we in een busje de 4 uur durende tocht door het droge uitgestrekte landschap van Namibie af.

Landschap onderweg van Windhoek naar Swakopmund

In Swakopmund mochten we van de gastvrijheid van Mike genieten, die we in Windhoek ontmoet hebben. Met nog een aantal anderen die uit Windhoek naar Swakopmund kwamen hebben we een erg leuk weekend gehad. Swakopmund is inderdaad wat iedereen er van zegt: klein Duitsland in de woestijn. Het is een heel rare gewaardwording om rond te lopen tussen de oud-Duitse koloniale architectuur terwijl het zand door de straten blaast. De meeste winkels en restaurants zijn in het Duits en het stadje staat bekend om de schwarzwalder kirschtorte.

Swakopmund

Franzi & Eline.                                                                            Oude rechtbank Swakopmund

We hebben dat weekend vooral Swakopmund bekeken, gefeest en zaterdagochtend hebben we een boottocht gemaakt waarbij we de nodige zeehonden en dolfijn en tegenkwamen. Al met al was het een zeer geslaagd weekend, en het was bovendien leuk om een weekend buiten Windhoek te spenderen!

Naast al deze leuke activiteiten ben ik vooral ook bezig geweest met mijn onderzoek voorbereiden, en vooral mijn trip naar Opuwo waar ik afgelopen zondag ben aangekomen. Ook heb ik de vakantie met Jochem en de family voorbereid. Over twee weken komt Jochem namelijk al naar Namibie (hoezee) en twee weken later arriveren ook papa, mama en Alwin in Afrika. We hebben een grote 4×4 wagen gehuurd met tenten op het dak en gaan twee weken al kamperend Namibie bekijken. Het belooft een hele mooie reis te worden en ik heb er dan ook erg veel zin in!!

Momenteel ben ik dus in Opuwo bezig met mijn onderzoek. Mijn volgende post zal daarover gaan en volgt snel!

Liefs,
Eline

Posted on by elineannepeters | 1 Comment